De coronaperiode maakte het probleem van ‘dakloze EU-burgers’ duidelijker zichtbaar. Een plan van aanpak van het kabinet moet verandering brengen in hun kwetsbare positie. De inzet is intensievere samenwerking tussen Rijk, gemeenten, instellingen en belangengroepen.
In een brief informeerde staatssecretaris Van Ooien van Volksgezondheid de Tweede Kamer onlangs over het plan van aanpak Kwetsbare dakloze EU-burgers. Hij deed dit mede namens de minister van Sociale Zaken en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het plan is opgesteld naar aanleiding van een bestuurlijk overleg in het voorjaar van 2021 tussen VWS en een aantal gemeenten. Het plan is vooraf ook ter consultatie gedeeld met relevante partijen uit het veld, aldus Van Ooijen.
Grotendeels grijs gebied
Tijdens de corona-lockdowns constateerden verschillende gemeenten dat hun noodopvang veelvuldig werd gebruikt, ook door daklozen uit andere EU-lidstaten. Meer dan was verwacht. Maar om hoeveel mensen het precies gaat en waar ze zoal verblijven, is nog grotendeels grijs gebied. Cijfers zijn alleen beschikbaar over repatriëringen naar andere lidstaten. Daarbij is in 2020 een toename te zien van ruim 6 procent ten opzichte van 2019.
In het bestuurlijk overleg is desondanks besloten dat ‘iets extra’s nodig is voor de specifieke groep kwetsbare dakloze EU-burgers, die zonder perspectief in Nederlandse gemeenten verblijft’. Het plan van aanpak dat er nu ligt is een aanvulling op het advies van het Aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten. Inzet is een versterkte positie van EU-arbeidsmigranten en het verminderen van misstanden.
Gemeentegrens-overstijgend
Het plan van aanpak moet volgens Van Ooijen de start vormen van een intensievere samenwerking tussen Rijk, gemeenten, instellingen en belangengroepen. Het probleem overstijgt gemeentegrenzen, wat daarom ook moet gelden voor de aanpak, zo schetst het plan.
‘Een EU-burger die dakloos is geworden kiest binnen Nederland zijn weg naar een andere gemeente waar de voorzieningen voor dakloze mensen gunstiger zijn of waar een soepeler beleid wordt gevoerd. Steden met veel daklozenvoorzieningen signaleren dat problemen afgewenteld worden van platteland op de stad en tussen steden onderling.’
Terugkeren of betere bescherming
De voorstellen beogen perspectief te bieden en menselijk leed te verminderen, schrijft Van Ooijen. Daarnaast moet de overlast op straat verminderen. Ook is het de bedoeling mensen die niet rechtmatig in Nederland verblijven, terugkeren naar het land van herkomst, zeker als ze overlast geven en crimineel gedrag vertonen.
Wie wel rechtmatig hier verblijft, moet juist meer bescherming krijgen conform EU-regelgeving. Ook wordt ingezet op vermindering van stigmatisering van de totale groep EU-arbeidsmigranten die een zinvolle bijdrage levert aan onze economie.
Met het merendeel van de EU-arbeidsmigranten in Nederland gaat het overigens goed. Zij hebben werk en een dak boven hun hoofd, en zijn zelfredzaam. Maar een deel kampt met problematische dakloosheid. Van Ooijen: ‘Het kabinet voelt daarom de urgentie om deze schrijnende situaties spoedig op te lossen.’
Geef een reactie