Op 1 januari 2023 staat lachgas op lijst II van de Opiumwet (softdrugs) en is het landelijk verbod een feit. Hiermee wordt het onder andere verboden om lachgas in bezit te hebben of te verkopen. Gemeenten vragen al jaren om een landelijk verbod. Doel van het kabinet is recreatief gebruik terugdringen en het aanbod beperken.
Al in 2019 kwamen toenmalig staatssecretaris Blokhuis van Volksgezondheid en minister Grapperhaus van Veiligheid met het voorstel om lachgas onder de Opiumwet te brengen. In juni 2020 ging het Lachgasbesluit in consultatie. Maar coalitiepartners VVD en D66 hielden reserves, waardoor een landelijk verbod ver weg leek.
Tientallen gemeenten namen ondertussen maatregelen om het gebruik van lachgas lokaal in te dammen. Meestal in de vorm van een verbod in de Algemene plaatselijke verordening (APV) op het gebruik van lachgas in de openbare ruimte. Sinds juli 2021 kunnen gemeenten lachgas aanpakken met boetes voor ‘openlijk drugsgebruik’.
Grote risico’s
In juli adviseerde de Raad van State (RvS) het verbod beter te onderbouwen. Waarom is een combinatie van minder ingrijpende maatregelen zoals preventie, voorlichting en monitoring, op dit moment niet genoeg om het gebruik en aanbod van lachgas te beperken? Als het kabinet dit niet kon motiveren, dan was het advies ‘af te zien van de invoering van een algemeen lachgasverbod’.
Een kwestie apart is het onderscheid tussen lachgas als drug en overige toepassingen. Zo blijft lachgas voor medische, technische of culinaire doeleinden toegestaan. De RvS wierp de vraag op of dit onderscheid duidelijk genoeg is, en adviseerde de gebruiksvormen in een wettelijke regeling af te bakenen.
Zo snel mogelijk
Maar een nieuwe wet maken kost tijd, aldus het kabinet. Meer tijd dan de betrokken ministeries (Justitie en VWS) willen nemen: ‘Vanwege de grote risico’s van lachgasgebruik en de noodzaak van het verbod, is het juist belangrijk om het lachgasverbod zo snel mogelijk in werking te laten treden.’
Ook vindt het kabinet dat duidelijk is omschreven in welke gevallen lachgas wel toegestaan is, en in welke gevallen niet. Het advies van de RvS is zodoende niet overgenomen.
‘Het recreatief gebruik van lachgas leidt tot enorme gezondheidsrisico’s,’ aldus staatssecretaris van Volksgezondheid Van Ooijen. ‘Daarnaast is de veiligheid van ook niet-gebruikers in het geding. Ik ben blij dat we dit verbod vanaf 1 januari 2023 in werking kunnen laten treden.’
Handhaving gemeente
Na de inwerkingtreding van het besluit is een gemeentelijk lachgasverbod niet meer relevant. Plaatsing van lachgas op lijst II van de Opiumwet heeft verder geen gevolgen voor gemeentelijke bevoegdheden. Lokale verordeningen op het gebied van drugs vullen de Opiumwet aan.
VNG maakte een factsheet voor gemeenten, die vooral ingaat op de gevolgen voor de Model-APV en voor de handhaving. De notitie is tot stand gekomen in overeenstemming met het ministerie van JenV, de Commissie Feiten en Tarieven van het Openbaar Ministerie en de Nationale Politie.
Politie
Volgens minister Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid helpt het lachgasverbod de politie ‘enorm’ in de handhaving. ‘Met het verbod wordt het lachgas bij je hebben – het bezit – op zichzelf al strafbaar. Hierdoor kan de politie eerder optreden. Nu is dat pas mogelijk op het moment dat iemand lachgas gebruikt en zorgt voor overlast of gevaarlijke situaties in het verkeer.’
Gedogen
De politie is voorstander van het verbod. ‘Want het biedt de collega’s meer handvatten om ertegen op te treden,’ aldus Willem Woelders, portefeuillehouder drugs. ‘Op dit moment kan dat alleen in de gemeenten die lachgas in de APV strafbaar hebben gesteld.’
Ondanks deze steun zal de politie aanvankelijk lachgas gedogen in 2023: ‘We kunnen op 1 januari nog niet starten met de handhaving. Daarvoor moet er nog te veel geregeld worden.’
bezorgde ouder(s) says
het moet niet gekker worden.
ik pleeg dus een misdrijf als ik slagroompatronen koop voor de slagroomspuit in een winkel. ik ontkom er niet aan deze over straat te vervoeren. wordt nu iedere burger ineens door kromme wetgeving een misdadiger.