Een aantal kleine gemeenten doet het opvallend goed als het gaat om het verwerven van Europese subsidies en fondsen. Platform31 zocht uit wat hun succes bepaalt en deelt de inzichten.
De Europese Unie heeft grote bedragen beschikbaar voor subsidieregelingen, naast andere financieringsmogelijkheden. Ook tot 2027, in de huidige ‘programmaperiode’, zijn er voor gemeenten Europese potjes en fondsen. Maar niet elke gemeente weet de weg naar deze middelen te vinden.
Kennis- en netwerkorganisatie Platform31 zocht uit hoe de kleinere gemeenten die hierin juist succesvol zijn, te werk gaan. Volgens de organisatie liggen er ook voor andere gemeenten van deze categorie subsidiekansen in Brussel.
Hoger onderwijs subsidiemagneet
De database van adviesbureau ERAC maakt inzichtelijk dat het merendeel van de Europese subsidies in de periode 2014-2020 terechtkwam in de Randstad. Een belangrijke reden hiervoor is de prominente aanwezigheid van hogescholen en universiteiten, waar veel subsidies naartoe gaan.
Zo harkten de provincies Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht meer dan de helft van het totaal van 8,5 miljard euro aan EU-subsidies binnen. Groningen, Friesland en Drenthe zijn samen goed voor iets meer dan 700 miljoen euro.
Gemeenten ontvangen ook miljoenen uit de Europese ruif, maar niet zoveel als de onderwijssector. Rotterdam spant absoluut gemeten de kroon en ontving over dezelfde periode bijna 40 miljoen euro, verdeeld over 42 projecten. Na Rotterdam volgen Amsterdam, Groningen, Den Haag en Breda.
De onderzoekers keken ook naar de relatieve subsidiebedragen, uitgedrukt per inwoner. Daarbij staat Ameland bovenaan met 251 euro per hoofd van de lokale bevolking, gevolgd door Hengelo met 152 en Someren met 133 euro. Van de grote steden zijn alleen Groningen (nummer 7) en Breda (op 8) bij de eerste tien.
‘Goed bewaard geheim’
Het aantal kleinere gemeenten tot 50.000 inwoners met ervaring op het gebied van de Europese programma’s en subsidies, is volgens de kennisorganisatie nog beperkt. Slechts een op de zeven maakt gebruik van de Brusselse route. Ook gemeenten die ermee bezig zijn, spelen nauwelijks ambtenaren vrij hiervoor.
Het kostte de onderzoekers moeite deze ambtenaren te vinden. ‘Wie binnen een gemeente werkzaam is aan EU-projecten/subsidies, is vaak een goed bewaard geheim. Uiteindelijk werd na veel omwegen wel de juiste persoon gevonden. Opvallend vaak bleek dat ook de enige persoon binnen de gemeentelijke organisatie te zijn die zich met EU-projecten en -subsidies bezighield.’
Het rapport noemt dit ‘jammer, want EU-subsidies fungeren vaak als vliegwiel om maatschappelijke opgaven op te pakken. Ook kan het leiden tot investeringen die een bijdrage leveren om een lokale of regionale duurzame, inclusieve en circulaire economie te realiseren.’
Inzichten en lessen
Negen kleine gemeenten die ervaren én succesvol zijn in het binnenhalen van Europese subsidies, als aanvrager of als partner, delen hun ervaringen in de studie. Dit is toegespitst op het thema duurzaamheid of energietransitie. Platform31 ging te rade in Beuningen, Raalte, Ameland, Kerkrade, Middelburg, Noordenveld, Schouwen-Duiveland, Bernheze en Someren/Metropoolregio Eindhoven.
Om te beginnen is grondige kennis van de eigen gemeente vereist. Inhoudelijk, maar ook als het gaat om wie waarmee bezig is, welke programma’s en projecten er lopen of op stapel staan, wat de ambities van de gemeente zijn en het pad om deze te realiseren.
Extern netwerk
Ook een extern netwerk is belangrijk. Het aanvragen van Europese subsidie door een gemeente vindt vrijwel altijd plaats in nauwe samenwerking met andere gemeenten, kennisinstellingen en het bedrijfsleven. ‘Goed contact met de provincie – bestuurlijk en ambtelijk – is misschien wel het belangrijkste, maar wordt nog wel eens over het hoofd gezien.’
Provincies beschikken over menskracht en expertise en hebben vaak een lobbyist bij de EU-instellingen rondlopen.
Benut informatiebronnen
Daarnaast is kennis van lopende en startende EU-subsidies en -projecten van belang. De kans dat een call op het moment van zoeken openstaat én aansluit op de wensen en ambities van de gemeente, is meestal heel klein, aldus de onderzoekers.
Zorg daarom dat kanalen en bronnen van informatie worden gevonden. ‘Schrijf je in op de nieuwsbrieven en aanbestedingskalenders van EU-programma’s, zorg voor periodieke contactmomenten met naburige gemeenten en de provincie. Dit vergroot de kans dat een call aansluit op hetgeen dat de gemeente wil bereiken.’
Subsidieadviesbureaus
Daarnaast zou het aanhaken van een subsidieadviesbureau de succeskans vergroten vanwege de daar aanwezige expertise en ervaring. Vooral bij het schrijven van de aanvraag en voor administratieve- en financiële verantwoording.
‘Enerzijds om te garanderen dat het project haalbaar is binnen de gemeente en anderzijds om te voorkomen dat beloftes worden gemaakt die niet zijn afgestemd met de gemeente en daardoor niet worden waargemaakt.’ De cijfermatige verantwoording is bovendien een tijdrovend proces, zeker over de eerste keer dat er subsidie wordt binnengehaald.
Hoofdrol zelfstandigen
Volgens de onderzoekers is bij de gemeentelijke subsidieverwerving een opvallende, cruciale rol weggelegd voor zelfstandigen op inhuurbasis.
Reden? Hun strategisch inzicht, sterke sociale vaardigheden, kennis van de Europese programma’s en -calls en een groot internationaal netwerk. ‘En wellicht het belangrijkste: ze zijn intrinsiek gemotiveerd en ondernemend ingesteld om de benodigde financiën voor een project binnen te halen.’
Geef een reactie