De landelijke Taskforce ‘Onze hulpverleners veilig’ is in het leven geroepen om agressie en geweld tegen hulpverleners een halt toe te roepen. ‘We hebben al resultaten geboekt, maar vooral voor de boa’s valt er nog een wereld te winnen’, zegt burgemeester Bas van den Tillaar van gemeente Vlissingen. Hij is lid van de Taskforce als vertegenwoordiger van de boa’s.
Agressie en geweld tegen politie, ambulancepersoneel, brandweer en boa’s zijn niet nieuw. Parallel aan de verharding en individualisering in de samenleving neemt dit fenomeen de afgelopen jaren steeds meer toe. De directe aanleiding voor de oprichting van de Taskforce Onze hulpverleners veilig door het ministerie van Justitie & Veiligheid was het ’trouwstoetincident’ in 2019. Daarbij werd een agent zwaar mishandeld terwijl hij optrad tegen een overlastgevende trouwstoet in Rotterdam.
In de coronaperiode vol beperkingen en onzekerheden werd het bestaande probleem van agressie tegen hulpverleners verder uitvergroot. De boa’s kregen bijvoorbeeld al snel de rol om de nieuwe coronaregels, zoals 1,5 meter afstand, in de openbare ruimte te handhaven. Dat nam niet iedereen voor lief. ‘De lontjes werden in die periode steeds korter,’ aldus Van den Tillaar.
Registratie meldingen moet beter
‘De cijfers over het aantal incidenten waarin hulpverleners te maken krijgen met agressie of geweld geven niet het complete beeld,´ stelt de burgemeester. ´Als Taskforce proberen we grip te krijgen op de omvang van het probleem. Hoe vaak hebben politie, ambulances, brandweer en boa’s nu daadwerkelijk te maken met ernstige vormen van agressie en geweld?’
Dan blijkt in de eerste plaats dat de registratie van agressiemeldingen op heel verschillende wijze gebeurt en daardoor moeilijk te vergelijken is. Bij de politie gaat dat bijvoorbeeld heel anders in zijn werk dan bij boa’s. ‘In boa-land hebben we bovendien te maken met veel verschillende werkgevers’, aldus Van den Tillaar. ‘Niet alleen alle 342 gemeenten, maar bijvoorbeeld ook Staatsbosbeheer als werkgever van de groene boa’s. De wijze van registreren van incidenten is binnen gemeenten nog verre van uniform. Daarnaast worden voorvallen ook lang niet altijd consequent geregistreerd. We hebben hierin nog echt een slag te slaan met elkaar.’
Scheidsrechter als rolmodel
Naast een betere registratie, is het verbeteren van het normbesef onder jongeren – vooral kwetsbare jeugd – van 10 tot 18 jaar een belangrijke doelstelling van de Taskforce. Hiervoor is samenwerking gezocht met vier (jeugd)organisaties. Ook is bijvoorbeeld een bekende scheidsrechter uit het betaald voetbal bereid gevonden mee te werken. ‘Serdar Gözübüyük dient als rolmodel. Hij heeft aanzien en is de goede persoon om de jongeren hierop aan te spreken’, legt de burgemeester uit.
Daarnaast zoekt de Taskforce volgens Van den Tillaar ook aansluiting bij lopende regionale en lokale programma’s en projecten, bijvoorbeeld bij sportverenigingen. ‘Via die kanalen proberen we met onze doelstellingen aan te haken, zodat er meer waardering en respect komt voor het belangrijke en gevaarlijke werk van hulpverleners. Met daarbij een duidelijke boodschap aan de jeugd: ‘Je blijft van ze af, laat ze gewoon hun werk doen en je toont respect voor de mensen achter het uniform.’
Van den Tillaar bestempelt deze aanpak van de jeugd als succesvol, maar wel met de kanttekening dat de effecten ervan pas op lange termijn zijn te meten. ‘Voor de Taskforce reden om zich ook de komende jaren te blijven richten op deze doelgroep van 10 tot 18-jarigen.’
Werkgevers aan zet
Het creëren van goed en veilig werkgeverschap is eveneens een belangrijk speerpunt binnen de aanpak van de Taskforce. ‘De gereedschapskist van werkgevers moet stevig zijn gevuld, zodat hulpverleners en boa’s veilig kunnen werken. Daarom zijn we nu onder meer een handelingskader voor werkgevers aan het schrijven’, zegt Van den Tillaar.
‘Goed werkgeverschap bestaat zowel uit preventie als (na)zorg’, vervolgt hij. ‘Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat de boa’s gewapend zijn – niet letterlijk maar moreel – tegen scheldpartijen en erger? En hoe zorg je voor registratie en opvolging van de meldingen? In dat laatste ziet de burgemeester een probleem. Hij merkt, ook in zijn eigen gemeente, dat sommige boa’s helemaal geen aangifte willen doen. Zij zijn bang dat ze een proces worden ingetrokken, waarbij ze zich niet senang voelen en misschien wel moeten getuigen. Uit veiligheidsoverwegingen zouden ze liever anoniem aangifte doen. ‘Vooralsnog is dat ingewikkeld voor het OM. Daarom kijken we of wij als werkgevers wellicht aangifte kunnen doen voor de werknemer. Aan dit soort vraagstukken sleutelen we met elkaar.’
Te weinig onderlinge afstemming
Er bestaat voor de gemeenten als werkgevers van de boa’s geen gezamenlijk beleid. ‘Dat is wel wenselijk, maar niet eenvoudig, zegt Van den Tillaar. ‘Het team boa’s dat in Rotterdam rondloopt is qua omvang niet te vergelijken met ons team hier in Vlissingen, ofwel 439 tegenover 12.’ Dat geeft volgens hem aan hoe verschillend het veld is. De VNG werkt intussen aan een programma, waarin onder meer aandacht is voor uniformering in de uitrusting, maar ook voor een betere en eenduidige registratie en ondersteuning van boa’s.
Doxing
Verder heeft de Taskforce een handelingskader ‘doxing’ laten maken. Doxing is het verschaffen of verspreiden van persoonsgegevens zoals naam, adres of beeldmateriaal om een ander te intimideren. Dit is per 1 januari 2024 wettelijk strafbaar. ‘Alles wordt tegenwoordig meteen gefilmd en staat in no time online´, zegt Van den Tillaar. ´Ook opstootjes, incidenten en uitingen van agressie. Het is vaak niet moeilijk voor de kijker om de hulpverlener te identificeren of te achterhalen waar diegene woont. Dat is heel bedreigend. Het is niet alleen dat de techniek dit nu mogelijk maakt, het normbesef komt hier ook weer om de hoek kijken. Al kan het, je hoeft het niet te filmen en al helemaal niet online te zetten.’
De boa in Vlissingen
‘Vlissingen is zeker niet het makkelijkste stadje, er gebeurt hier altijd wel iets’, aldus de burgemeester. ‘Als het om veiligheid gaat, zijn we toch een beetje klein Rotterdam. Die stelling durf ik wel aan. Onze twaalf boa’s, mannen en vrouwen, hebben zeker wekelijks met incidenten te maken, hoewel ook hier niet alles wordt gemeld. Het zijn stoere lui, ze lossen veel zelf op.’
Als werkgever van de boa’s werkt gemeente Vlissingen samen met de twee andere gemeenten op Walcheren, Middelburg en Veere. ‘We onderhouden nauw contact, informeren elkaar over ontwikkelingen en gebeurtenissen en wisselen kennis uit. Sterker nog, we springen wel eens bij elkaar in.’
Wel of geen wapenstok
Over het dragen van de wapenstok door boa’s wordt op Walcheren verschillend gedacht. De discussie of boa’s zich hierdoor veiliger voelen of dat het dragen van een wapenstok juist meer agressie oproept speelt ook hier. ‘Dat is precies het dilemma. Ik ben van mening dat boa’s en politie elkaar aan moeten vullen. Ze bewegen naast elkaar, maar in gewelddadige of gevaarlijke situaties, hoort de boa absoluut niet thuis. Dat is politiewerk, punt.’ Maar er is volgens hem altijd een grijs gebied, waardoor een boa ook in een dergelijke bedreigende situatie terecht kan komen. ‘Dan zou je willen beschikken over verdedigingsmiddelen, want daar gaat het feitelijk om. Verdedigingsmiddelen die de boa’s in staat stellen veilig hun werk te doen en zichzelf te beschermen indien ze in de knel komen.’
‘Daar komt wel maatwerk bij kijken’, vervolgt hij. ‘De situatie van de boa in Vlissingen is echt een andere dan die in Rotterdam of Amsterdam. Onze boa’s dragen geen wapenstok. We zijn hierover wel continu in gesprek met elkaar. Het punt is hier nog niet bereikt dat zij het nodig vinden en ik vind dat een groot voordeel. Zo kunnen ze ook goed hun sociale rol vervullen, zonder dat de wapenstok daar tussenin komt te staan. Aan de andere kant kan ik me ook heel goed voorstellen dat er gemeenten zijn waar die afweging anders wordt gemaakt.’
Geef een reactie