Gemeenten vrezen voor instabiliteit van het digitaal stelsel van de Omgevingswet. De afgelopen maanden kwamen nog regelmatig foutmeldingen voor. Veel gemeenten vallen terug op alternatieven om ruimtelijke plannen met betrouwbare ICT te publiceren.
Veel gemeenten zijn nog altijd druk aan het oefenen met hun Omgevingswet-software. Ook na de invoering van de wet op 1 januari zijn veel systemen nog niet gereed. Daarnaast hebben veel gemeenten weinig vertrouwen in de stabiliteit van het landelijk deel van het DSO, de ICT achter de Omgevingswet. Deze gemeenten kunnen terugvallen op zogeheten Tijdelijke Alternatieve Maatregelen (TAM). Ze kunnen dan met hun oude software plannen publiceren en wijzigen. Dit vangnet moet voorkomen dat de dienstverlening aan inwoners en bedrijven stopt.
TAM-werkwijze
De eerste tekenen wijzen erop dat veel gemeenten voor de TAM-werkwijze kiezen. Nog voordat de Omgevingswet in werking trad, zijn al zo’n 13 voorbereidingbesluiten voor nieuwe ruimtelijke plannen via deze alternatieve methode gepubliceerd op ruimtelijkeplannen.nl. Veel meer dan het aantal voorbereidingsbesluiten dat met de Omgevingswet-standaarden (STOP-TPOD) is ontsloten.
Problemen
De problemen met de nieuwe Omgevingswet-software kwamen eerder aan het licht in een gelekte presentatie aan ICT-leveranciers van de DSO-organisatie. ICT’er en voormalig adviseur Omgevingswet Lieuwe Koopmans, die de presentatie deelde, verwacht dat de meeste gemeenten hun plandocumenten via TAM zullen publiceren. ‘Vanwege de complexiteit van het DSO hebben gemeenten hun nieuwe software nog nauwelijks kunnen testen. Ze zijn dan wel aangesloten op de landelijke voorziening, maar er inhoudelijk nog niet klaar voor. Onder het oude systeem verliep de uitwisseling van documenten al jaren foutloos. Gemeenten willen geen risico lopen.’
Overgangsrecht
Een andere manier voor gemeenten om niet in de problemen te komen, is zoveel mogelijk van het overgangsrecht gebruik te maken. Gemeenten die voor 1 januari 2024 hun ontwerpbestemmingsplannen ter inzage legden, kunnen de procedure na de jaarwisseling op de oude manier afmaken. In de laatste weken van 2023 zijn er beduidend meer ontwerpbestemmingsplannen in procedure gegaan dan in dezelfde periode vorig jaar, blijkt uit een steekproef van Koopmans. Het gaat om 58 versus 6 in dezelfde periode in 2022.
Weinig vertrouwen
De ontwikkelingen bevestigen dat gemeenten nog altijd weinig vertrouwen hebben in de stabiliteit van het DSO, aldus Koopmans. De afgelopen maanden waren er nog regelmatig foutmeldingen. De documenten die gemeenten aanbieden, kan het DSO soms niet goed verwerken. In de laatste weken voor de jaarwisseling waren er eveneens problemen met de stabiliteit van de koppeling tussen de lokale systemen van gemeenten en de landelijke DSO-voorziening.
Of deze ‘digikoppeling’ functioneert moesten ‘Indringende Ketentests’ uitwijzen. De in december verschenen rapportage constateert dat er ‘opnieuw vooruitgang is geboekt’. Volgens Koopmans zijn deze en eerdere rapportages herschreven om vooral een positief beeld naar buiten te geven. Minister De Jonge en de DSO-organisatie schilderen de situatie volgens hem steevast veel rooskleuriger voor dan ze in werkelijkheid is.
Noodklok
Koopmans luidde 2,5 jaar terug al de noodklok over het DSO. Oktober vorig jaar moest verantwoordelijk minister De Jonge toegeven dat er nog veel hapert aan het digitaal stelsel. Ook toen liepen gemeenten tegen storingen aan, wanneer ze documenten met het landelijke systeem wilden uitwisselen.
De mankementen met het landelijke DSO waren jarenlang de hoofdoorzaak van het veelvuldige uitstel van de Omgevingswet.
Ook de Eerste Kamer bleef tot op het laatst zeer kritisch, waar De Jonge zich niets van aantrok. Zeker zal niet alles in één keer vlekkeloos werken, stelt de minister, maar de invoering van de wet is verantwoord.
Meldpunt
Koopmans is niet meer direct bij de softwareontwikkeling betrokken, maar volgt de voortgang op de voet. Zo is hij gestart met het Meldpunt Omgevingswet. ‘Mijn ervaring met de DSO-organisatie is dat men er alles aan doet om zaken te verbergen. Er zijn vooral veel managers actief en te weinig ambachtslieden beschikbaar, die het geheel overzien en fouten in korte tijd kunnen herstellen.’
Op het meldpunt zijn de eerste foutmeldingen inmiddels binnengekomen. Zo is het voor gemeenten niet mogelijk om ontwerpbesluiten te verwijderen. Om een dergelijke fout te herstellen, moet de DSO-software worden uitgebreid. Wat volgens Koopmans tot nieuwe problemen zal leiden. De nieuwe standaard (STOP-TPOD) waar leveranciers hun software op moeten bouwen, is te vrijblijvend en dat heeft tot een wildgroei aan oplossingen geleid.
Softwareleveranciers waarschuwen daar al jarenlang voor. De technische verschillen zijn groot. Leveranciers die hun software volgens een methode hebben gebouwd die afwijkt van de uitbreiding die de DSO-organisatie doorvoert, kunnen tegen problemen aanlopen. En daarmee ook de gemeenten die zij als klant hebben. ‘Dit is heel reëel,’ zegt Koopmans.
Ombouwoperatie
In de loop van 2024 staat de Omgevingswet-ICT weer een volgende uitdaging te wachten. Er komt dan een nieuwe versie van de Omgevingswet-standaarden uit, nodig om extra functionaliteiten onder de wet toe te voegen. Het DSO en de lokale software van gemeenten moet hierop worden aangepast. Release B staat gepland voor de zomer, maar Koopmans hoort al geluiden dat dit niet voor 2025 zal gebeuren. ‘Maar alles wat in release A is gepubliceerd, moet ook gewoon blijven werken. Dit wordt steeds complexer als versie B steeds later komt en het aantal wijzigingen ten opzichte van A toeneemt. De kloof tussen de huidige en de nieuwe software zal alleen maar groter worden.’
Ook de problemen waar gemeenten in het DSO tegenaan lopen, stapelen zich op, voorspelt Koopmans. En daarmee de aanpassingen die de DSO-organisatie in de versie B moet doorvoeren. ‘Voor gemeenten zal de ombouwoperatie alleen maar groter worden.’
Geef een reactie