Het kabinet heeft een nationale strategie opgesteld om de positie van mensen met een beperking en hun naasten flink te verbeteren. Het dient als basis voor een werkagenda met concrete maatregelen voor het weghalen van drempels. Gemeenten worden ook betrokken bij de ontwikkeling van die agenda, omdat ze op veel potentiële terreinen een grote rol in de uitvoering hebben.
In Nederland leven 2 miljoen mensen met verschillende beperkingen. Zij lopen ondanks de vele inspanningen tegen verschillende soorten drempels aan op allerlei levensterreinen. Bijvoorbeeld ontoegankelijk openbaar vervoer of publieke gebouwen, maar ook bij onderwijs, werk en wonen. Verschillende onderzoeken en wetsevaluaties duiden erop dat mensen met een beperking nog niet gelijkwaardig kunnen meedoen.
VN-Verdrag in de praktijk
Het kabinet komt daarom met een nieuw plan. Het doel van de ‘Nationale strategie voor implementatie van het VN-verdrag Handicap’ is om alle drempels voor mensen met een beperking weghalen. Hiermee moet de positie van mensen met een beperking uiterlijk in 2040 overeen komen met de inhoud van het VN-verdrag Handicap. Dit verdrag legt de focus op inclusie en de toegankelijkheid van de samenleving. Mensen met een beperking krijgen zo dezelfde mogelijkheden om mee te doen en zich te ontwikkelen. Gemeenten spelen een grote rol in de uitvoering van het verdrag.
De nieuwe strategie is de basis voor de samenwerking met de verschillende partners om te komen tot een concrete invulling van nadere plannen. Deze samenwerking kreeg de afgelopen jaren vorm via het programma Onbeperkt meedoen!
‘Nieuw kompas’
Voor de nieuwe aanpak werd samengewerkt met ervaringsdeskundigen. ‘Het resultaat van dit strategietraject is geen beleidsweergave, routeboek of nieuw wettelijk kader,’ zo schrijft demissionair minister Helder van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) aan de Tweede Kamer in haar aanbiedingsbrief. ‘Maar wel het nieuwe kompas voor bestaande activiteiten die al lopen rond het VN-verdrag handicap en de contouren om tot een hernieuwde werkagenda te komen.’
Belangenorganisatie Ieder(in) noemt de nieuwe omvangrijke, structurele aanpak een doorbaak. ‘Dit betekent een belangrijke stap richting een toegankelijke en inclusieve samenleving. Dat het kabinet nu deze ambitie uitspreekt is een mijlpaal’.
Werkagenda
De eerste stap in de strategie is het maken van een werkagenda met concrete maatregelen. Het streven is om de agenda het vierde kwartaal van 2024 klaar te hebben. Gemeenten worden ook bij de ontwikkeling betrokken. ‘Ik zie de strategie als een kans om de samenwerking met gemeenten te verdiepen. Gemeenten hebben immers op veel potentiële terreinen van de werkagenda een rol,’ schrijft Helder. Bijvoorbeeld op het terrein van passende zorg en ondersteuning, informatieverstrekking en dienstverlening, openbare ruimte en decentraal openbaar vervoer. De minister ’trekt samen met gemeenten en de VNG op’trekken’ bij de invulling van de werkagenda waar deze lokaal beleid raakt.
Impuls voor lokaal inclusiebeleid
Uit een peiling van Movisie bleek in 2023 dat ruim de helft van de gemeenten lokaal inclusiebeleid uitvoert of ontwikkelt. ’Dat betekent echter ook dat een groot aantal gemeenten, ondanks hun wettelijke taak, nog geen integraal lokaal inclusiebeleid heeft.’ De demissionair minister werkt hiervoor samen met de VNG om gemeenten hierin te ondersteunen. Bijvoorbeeld via het project ‘Iedereen doet mee’ waarbij handreikingen en netwerkbijeenkomsten beschikbaar zijn.
Ook organiseert de VNG in 2024 een grote publiekscampagne: de verkiezing voor Meest Toegankelijke Gemeente. Daarnaast werkt de minister nog aan een extra impuls, ‘om juist gemeenten te bereiken die nog geen beleid ontwikkelen voor én met mensen met een beperking.’
Birgitta Kamsteeg says
Dit is mooi. Ik zou alleen de zorgkantoren hier ook bij betrekken. Zolang zij het verkrijgen van een hoog/laag verstelling op een elektrische rolstoel extreem moeilijk maken is van inclusie geen sprake
Yvonne Bosch says
Goed punt, neem het mee.