De PVV gaat komende donderdag voor de Wet betaalbare huur stemmen, waardoor het wetsvoorstel kan rekenen op een Kamermeerderheid. Honderdduizenden woningen uit de vrije huursector komen zo in het middenhuur segment terecht, met dalende huurprijzen tot gevolg.
Update: zoals verwacht is de Wet betaalbare huur donderdag aangenomen door de Tweede Kamer.
PVV-Kamerlid Barry Madlener zei dinsdagmiddag na fractieberaad dat zijn partij de wet ‘absoluut’ zal steunen. Tijdens de wetsbehandeling maandag zei Madlener al ’te verwachten’ dat de PPV voor de wet zou stemmen, maar wilde hij nog afwachten welke voorstellen om de wet aan te passen steun krijgen, iets waarover woensdag in de Kamer verder wordt gedebatteerd. Hij dringt er wel bij demissionair woonminister De Jonge op aan om goed in de gaten wat de gevolgen zijn van zijn wet en zo nodig in te grijpen als die nadelig blijken.
Puntenstelsel
De kern van de nieuwe wet is dat het puntenstelsel wordt uitgebreid, zodat voor meer woningen in de huidige vrije sector wettelijke eisen gaan gelden. Als zo’n woning daar niet aan voldoet, dan mag de huurprijs niet boven de ruim 1100 euro per maand uitkomen.
Dit betekent dat onder de nieuwe wet voor zeker 300.000 woningen de huur – bij nieuwe huurcontracten – omlaag gaat met gemiddeld bijna 200 euro per maand. Op de langere termijn komen er zo meer betaalbare huurwoningen bij, is de gedachte van De Jonge, zodat het gemakkelijker wordt om een betaalbare woning te vinden. Naar schatting betaalt nu ruim 40 procent van de huurders in het middensegment meer huur dan redelijk is. Dat gebeurt vooral in de grote steden. Bovendien worden door de woningschaarste de huurprijzen vaak fors verhoogd als er nieuwe huurders in trekken.
Handhaving door gemeente
De nieuwe wet wordt dwingend, zodat particuliere verhuurders hun woning moeten aanpassen aan de nieuwe eisen óf de huur moeten verlagen. De gemeente moet hierop handhaven en kan bij overtreding de huurvergunning intrekken. Of gemeenten daar voldoende middelen en mankracht voor hebben of krijgen, is nog onduidelijk. Als de wet ingaat, wordt de regulering meteen van kracht. Maar pas bij een bewonerswissel zal een eventuele lagere huur worden doorgevoerd. Op 1 juli 2023 kregen gemeenten al meer instrumenten in handen om huurders te beschermen met de inwerkingtreding van de Wet goed verhuurderschap.
Geen brood meer in verhuur
De wet kent felle voor- en tegenstanders, zowel binnen als buiten de politiek. Zo is er de vrees dat verhuurders door de lagere huuropbrengsten geen brood meer zien in verhuur en hun panden massaal zullen verkopen. Dat zal tot gevolg hebben dat de huurmarkt nog krapper wordt. De vastgoedsector heeft om die reden felle protesten tegen de wet geuit, die bovenop andere recente wetgeving komt. Zo werd in 2021 de overdrachtsbelasting voor investeerders verhoogd van 2 naar 8 procent. In 2023 werd dit 10,4 procent.
Daarnaast voerden meerdere gemeenten een opkoopbeschermingsmaatregel in. Investeerders mogen daar geen koopwoningen meer kopen voor de verhuur. Dit verminderde het aanbod voor investeerders. Al sinds 2021 is dan ook waar te nemen dat investeerders meer woningen aan eigenaar-bewoners verkopen dan dat ze opkopen om te verhuren. Met de Wet betaalbare huur zal de behoefte om te verkopen alleen maar groter worden, zo is de verwachting en blijkt ook uit de laatste Woningmarkt kwartaalrapportage van het Kadaster.
Woekerhuren
Partijen van links tot rechts zijn het erover eens dat de huren de afgelopen jaar veel te hard zijn gestegen. Maar over de manier waarop dit moet worden opgelost, lopen de meningen fors uiteen. Voorstanders zijn dan ook van mening dat de wet op den duur wel meer betaalbare woningen oplevert. Daarnaast willen ze de woekerhuren een halt toeroepen. De ervaringen met verhuurders die het niet zo nauw nemen met hun verantwoordelijkheid als huurbaas en wel jaarlijks de maximale huurverhoging toepassen, nemen toe, aldus onder meer de Woonbond. Met name grote steden worden zo onbetaalbaar voor mensen met middeninkomens. De woonkosten lopen steeds verder op en bedragen op een gegeven moment een te groot percentage van het inkomen. Dat dwingt mensen te verhuizen naar goedkopere woningen, maar die zijn er niet of nauwelijks.
Formerende partijen verdeeld
De Wet betaalbare huur verdeelt opnieuw de 4 partijen, die nu onderhandelen over kabinetsdeelname. Aan de formatietafel zijn evenwel geen afspraken gemaakt over het wetsvoorstel. ‘Dus ligt het in de Kamer en moeten wij een afweging maken,’ zegt Kamerlid Madlener. En dan vindt de PVV het ‘nu belangrijk om huurders te beschermen’. BBB en VVD zijn fel tegen het voorstel. Zij denken, net als de vastgoedsector, dat de wet zal leiden tot minder investeringen in de huurmarkt, met minder woningen tot gevolg. Naast de PVV neigt NSC wel naar steun, maar de partij van Omtzigt blijft kritisch.
Geef een reactie