Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft berekend wat de impact kan zijn van een ‘straatje erbij’, oftewel kleinschalige woningbouw aan de randen van de bebouwde kom. Volgens de deskundigen kan hiermee tot 10 procent van het woningtekort worden opgelost. Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB), dat eerder onderzoek deed, denkt dat het potentieel veel groter is.
Nederland kampt met een tekort aan woningen en bouwlocaties. Als bijdrage aan een oplossing noemde toenmalig minister De Jonge (Wonen) in navolging van het EIB het mogelijk maken van een ‘straatje erbij’ voor elke woonkern.
De term staat ook expliciet in het regeerprogramma en in het voorontwerp van de Nota Ruimte. Het idee is dat met deze aanpak op relatief korte termijn meer woningen kunnen worden bijgebouwd. Hierbij is geen nieuwe infrastructuur nodig en blijven de voorzieningen op peil.
Impact van ‘straatje erbij’
Het PBL berekende de impact als er extra wordt gebouwd volgens dit principe. De berekening gaat uit van één ‘straatje erbij’ met maximaal 49 woningen per woonkern, met een dichtheid van 15 woningen per hectare, zo schrijft het bureau.
De straatjes worden hierbij gebouwd op landbouwgrond binnen 200 meter van de bebouwde kom, waar geen restricties gelden voor woningbouw. Op basis hiervan is er in Nederland ruimte voor maximaal 95.000 extra woningen verdeeld over ruim 2000 dorpen en steden.
Hierbij wordt rekening gehouden met ‘fysiek-ruimtelijke voorwaarden’ zoals geluidsniveaus, natuurbehoud en waterveiligheid. Andere voorwaarden vanuit bijvoorbeeld ruimtelijke kwaliteit, woningmarkt en betaalbaarheid, zijn niet meegenomen, aldus het planbureau.
Oplossing 10 procent woningtekort
Nederland heeft in totaal een miljoen nieuwe woningen nodig. Het idee van een ‘straatje erbij’ kan dus het hoofd bieden aan bijna 10 procent van de woningnood. ‘Andere oplossingen voor het woningtekort, namelijk verdichten, het efficiënter benutten van bestaand bouwvolume, erfbebouwing en grootschalige uitbreidingen, blijven daarmee noodzakelijk.’
In het zuiden van Noord-Holland en in het westen van Zuid-Holland is bijna geen landbouwgrond beschikbaar zonder ruimtelijke restricties. In de rest van het land wordt de maximale bijdrage aan de woningbouwopgave veeleer begrensd door het maximale aantal van 49 woningen te ontwikkelen woningen per kern, aldus de onderzoekers.
Meer mogelijk
Als de definitie van het straatje erbij wordt opgerekt, is er meer mogelijk. ’In de berekeningen zijn we uitgegaan van maximaal één ‘straatje erbij’ met maximaal 49 woningen per woonkern. Als we deze limiet niet zouden toepassen, maar alle beschikbare landbouwgrond binnen 200 meter van de bebouwde kom zouden bebouwen, zouden 1.091.000 woningen extra mogelijk zijn. Het totaal aantal woningen is dan 1.186.000.’
Het EIB, dat eerder zelf onderzoek deed, reageert naar aanleiding van het PBL-onderzoek: ‘Zelfs bij nog striktere ruimtelijke condities dan het EIB eerder hanteerde, blijkt uit deze studie dat er ruimte is voor meer dan een miljoen woningen rondom 2000 kernen.’
Het EIB begrijpt niet goed waarom het PBL met maximaal 49 woningen rekent en een afstand van 200 meter in plaats van 500 meter.
Geef een reactie