Het kabinet wil ‘zo spoedig mogelijk’ in overleg met gemeenten over het maximeren van de onroerendezaakbelasting (ozb). Dat schrijft minister Uitermark van Binnenlandse Zaken in reactie op de recente verhoging van de taks voor huizeneigenaren in Amsterdam.
‘Ik begrijp de zorgen die er zijn over de voorstellen van het Amsterdamse college van burgemeester en wethouders om de ozb te verhogen,’ antwoordt de minister op Kamervragen van de VVD. Inclusief de waterschapsbelasting zou de verhoging 200 euro per jaar bedragen voor een Amsterdams gezin. De lokale VVD-fractie in Amsterdam sprak eerder al zorgen uit over het beleid. ‘De middenklasse wordt op deze manier maximaal uitgekleed,’ aldus liberaal raadslid Kune Burgers.
Aan de gemeenteraad
Maar het is niet aan het college, noch aan de minister om de lokale belastingen in Amsterdam vast te stellen, maakt Uitermark duidelijk. ‘Het is uit staatsrechtelijk perspectief niet gepast om als bewindspersoon te treden in een discussie over de lokale lasten in een specifieke gemeente. Het is aan de gemeenteraden hierin keuzes te maken, waarbij onder meer belastingdruk, voorzieningenniveau en andere zaken tegen elkaar worden afgewogen.’
Hoewel de minister dus niet over de hoofdstedelijke tarieven gaat, wil ze wél spoedig met gemeenten in overleg om de ozb te begrenzen. Dat is in lijn met de afspraak hierover in het regeerprogramma. Letterlijk staat daarin: ‘We gaan met gemeenten in gesprek en onderzoeken met hen of en hoe we de stijging van de gemeentelijke woonlasten (ozb) kunnen maximeren.’
Niet bindend
Thorbecke-hoogleraar Geerten Boogaard wees eerder dit jaar in VNG Magazine op de beperkingen die het kabinet hierbij kan verwachten. ‘Ongetwijfeld zal het Rijk gaan proberen om dit via de VNG af te spreken. Maar de VNG is een private vereniging zonder doorzettingsmacht naar individuele gemeenteraden. Een afspraak met een koepelorganisatie bindt de raadsleden niet.’
Boogaard: ‘Als het Rijk dit dus echt wil afspreken, moeten er 342 overeenkomsten met 342 gemeenten worden gesloten. De vraag is hoe uitvoerbaar dat is.’
Geef een reactie