Nederland moet trots zijn dat het de komende NAVO-top mag organiseren, vindt justitieminister Van Weel. Hij heeft weinig op met de klacht van bijvoorbeeld burgemeesters dat de veeleisende rol van het gastland ‘gekkenwerk’ zou zijn.
Dat de NAVO belangrijker is dan ooit en Nederland voor het eerst aan de beurt komt voor een top als deze, moet volgens Van Weel zwaarder wegen dan de wissel die de bijeenkomst trekt op de politie: ‘We gaan dit gewoon doen.’ De top vindt aankomende zomer plaats in Den Haag.
Maanden geen evenementen
Er zijn tot 27.000 agenten nodig tijdens deze bijeenkomst van wereldleiders, zoals de Amerikaanse president Trump. Gemeenten is daarom met klem gevraagd maandenlang géén evenementen te organiseren ten einde politiemensen vrij te spelen. Dit leidde tot kritiek van onder meer burgemeester Sjors Fröhlich van Vijfheerenlanden, die vindt dat Nederland had moeten afzeggen.
Fröhlich deelde zijn mening in een ingezonden brief in de Volkskrant. De top zou een te duur prestigeproject zijn, dat het land op slot zet en lokale politiecapaciteit opslokt. ‘Daardoor moet ik als burgemeester “nee” zeggen tegen evenementen waarop onze inwoners zich hadden verheugd.’
‘Gewoon trots op zijn’
Van Weel, tot afgelopen zomer nog een van de kopstukken bij de NAVO, ziet daarin geen reden om de top aan Nederland te laten voorbijgaan. ‘Het gaat echt ergens om,’ onderstreept hij, en het is een ‘eervolle inzet’ voor de politie.
De minister vervolgt: ‘We kunnen er als Nederland gewoon trots op zijn en we gaan er een succes van maken.’ Hij wijst erop dat Litouwen, met veel minder draagkracht, twee jaar geleden gastland was. Van Weel bekijkt nog of militairen, reservisten en veteranen kunnen meehelpen met de beveiliging. Volgende maand denkt hij beter te weten hoeveel menskracht er nodig is.
Geef een reactie