De NVVK hield de afgelopen 3 jaar een experiment met vroegsignalering bij hypotheekachterstanden. De resultaten zijn positief. Méér mensen worden bereikt, met een geringere kans op nieuwe achterstanden.
De kernvraag van het experiment is of vroegsignalering escalerende schulden bij huizenbezitters kan voorkomen. De noodzaak om de doelgroep beter in beeld te krijgen bestaat in elk geval, zo schrijft de NVVK in het rapport.
Onvoldoende in beeld
De organisatie van financiële hulpverleners noemt daarbij enkele cijfers en onderzoeken. Begin 2024 had bijna 28 procent van de huishoudens met problematische schulden (zo’n 200.000) een eigen woning, en dit percentage lijkt te stijgen. Uit de recente woonlastenmonitor van Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (NHG) blijkt ook dat maar liefst een derde van alle woningeigenaren aangeeft net niet genoeg inkomen te hebben om rond te komen.
Bijna de helft van de woningeigenaren met een hypotheek verwacht in de komende 12 maanden meer moeite te krijgen met het betalen van de vaste woonlasten. En 21 procent van de woningeigenaren maakt zich zorgen over hun financiële situatie. Deze groep ervaart vaak stress, ligt er wakker van, en voelt zich bijvoorbeeld machteloos of moedeloos.
Toch komen casussen mét een eigen woning vooralsnog (veel) minder voor in de schuldhulpverlening dan hulpvragers zonder eigen woning. De NVVK schat op basis van hun eigen cijfers en praktijkervaring dat slechts ongeveer 10 procent van de landelijke caseload uit woningbezitters bestaat. Dat komt onder meer door een beperkte bekendheid met gemeentelijke schuldhulpverlening en terughoudendheid om hulp te accepteren.
Betrokken gemeenten
Met het experiment willen de initiatiefnemers gegevens verzamelen en kennis vergaren. Over wat werkt en wat niet en welk hulpaanbod het beste past bij huiseigenaren. De proef startte in 2022 met 6 gemeenten en 3 hypotheekverstrekkers. Omdat er flink minder signalen binnenkwamen dan verwacht, werd het experiment begin 2024 uitgebreid met 3 gemeenten en een geldverstrekker. De betrokken gemeenten zijn Amsterdam, Arnhem, Breda, Hollands Kroon, Tilburg, Nijmegen Rotterdam, Den Haag en Heerlen.
Eind vorig jaar was het aantal signalen nog steeds laag: toen kwam dit uit op 487. Volgens geldverstrekkers komt dat onder andere omdat zij ook al veel doen om klanten te helpen. Daarnaast kiezen huiseigenaren soms zelf al voor verkoop van hun woning als de hypotheeklast niet langer houdbaar is.
Nieuwe huishoudens in beeld
De deelnemende gemeenten en geldverstrekkers zijn positief over de proef, zo blijkt uit het experiment vroegsignalering, van de NVVK. Zo was 55 procent van de gemelde huiseigenaren was niet eerder in beeld bij de gemeente. Dat is ongeveer hetzelfde aandeel als bij huursignalen.
Gemeenten wisten 62 procent van de aangemelde huiseigenaren te bereiken, 35 procent accepteerde hulp. Dit aandeel varieerde overigens sterk per gemeente, onder andere door verschillen in definities en registratie, zo schrijft de NVVK.
De deelnemende gemeenten zijn tevreden over de samenwerking in het experiment. Hypotheekachterstand is volgens hen een waardevol signaal voor dreigende schulden. Lokale overheden willen deze informatie daarom graag blijven delen. Geldverstrekkers zouden op hun beurt graag een betere terugkoppeling na signalering zien, ook om daarvan te leren in hun klantbenadering. Verder zien ze de noodzaak van intern geautomatiseerde selectie en aanlevering van signalen.
Signalen ontvangen en opvolgen
Gemeenten willen overigens zelf blijven kiezen hoe ze signalen opvolgen. De meeste vinden bellen bijvoorbeeld effectiever dan een huisbezoek. Gemeenten proberen daarom vaak eerst telefonisch contact te zoeken, en gaan indien nodig bij de mensen thuis langs. Aangekondigde huisbezoeken blijken veelal effectiever dan verrassingsbezoeken.
Geef een reactie