
Huishoudens met een laag inkomen lopen nog steeds een groter risico om in energiearmoede te vervallen. Het aantal Nederlanders dat door de stijgende energieprijzen in de problemen komt, kan zelfs groter worden dan in 2023. Toen waren er steunmaatregelen die er momenteel niet zijn, aldus TNO.
De internationale gasprijs loopt sinds begin 2024 op en heeft inmiddels het hoogste niveau in 2 jaar bereikt. Ook de gemiddelde consumententarieven in Nederland stijgen de laatste maanden.
Impact stijgende energieprijzen
TNO onderzocht de impact van stijgende energieprijzen op energiearmoede aan de hand van drie prijsscenario’s. De effecten van de stijgende tarieven worden doorgerekend voor de situatie met en zonder steunmaatregelen. In het onderzoek stijgen de energieprijzen met 5, 12 of 20 procent ten opzichte van de prijs halverwege vorig jaar.
Een beperkte stijging van de energieprijs leidt volgens de berekeningen in 2025 naar schatting tot 6,6 procent ‘energiearme huishoudens’ in Nederland. Bij een middenprijs komen de onderzoekers op 7,1 procent en bij een hoge prijs krijgt 7,6 procent van de huishoudens te maken met energiearmoede.
Bandbreedte energiearmoede
Op basis van deze scenario’s, komt het onderzoeksinstituut met een bandbreedte. Peter Mulder, onderzoeker energiearmoede bij TNO: ‘Deze percentages komen neer op circa 550.000 tot 640.000 huishoudens.
‘In 2023, bij nog hogere energieprijzen, bedroeg het aantal energiearme huishoudens dankzij financiële steunmaatregelen ongeveer 400.000 oftewel 4,8 procent van alle Nederlandse huishoudens. Zonder het effect van de steunmaatregelen mee te nemen, zou dit in 2023 naar schatting 885.000 zijn geweest.’
Energiecrisis
Volgens TNO is het goed denkbaar dat de prijsstijging nog even aan houdt. ‘Met de nodige voorzichtigheid verwachten we daarom dat meer huishoudens in 2025 te maken krijgen met een hogere energieprijs dan in 2024. Daardoor verwachten we dat het aantal energiearme huishoudens in Nederland zal stijgen tot boven het niveau tijdens de energiecrisis van 2023, toen financiële steunmaatregelen energiearmoede hebben gedempt.’
Ook andere ontwikkelingen, zoals kosten voor de verzwaring en aanpassing van elektriciteits- en gasnetten, kunnen de prijs opdrijven. Verdergaande verduurzaming van de woningvoorraad, zoals door isolatie en warmtepompen, kan nog wel voor een verlaging van het energieverbruik zorgen voor een deel van de energiearme huishoudens.
Met of zonder toeslag
In het onderzoek wordt ook onderscheid gemaakt voor een situatie met en zonder energietoeslag. Dit maakt een vergelijking mogelijk met eerdere jaren. De energietoeslag en het prijsplafond stopten met ingang van 2024.
Mulder: ‘Met een energietoeslag zouden de percentages dalen tot net onder het geschatte energiearmoede-niveau in 2023, toen de steunmaatregelen nog van kracht waren. Bij een lage energieprijs mét energietoeslag komen we naar schatting uit op 4,1 procent energiearme huishoudens in Nederland. Bij een middenprijs is dat 4,3 procent en bij een hoge prijs verwachten we in dat geval 4,5 procent huishoudens met energiearmoede.’
Een energietoeslag, zoals in 2022 en 2023, zou het percentage energiearmoede dus 2,5 à 3 procentpunt kunnen verlagen, aldus TNO. Dit komt neer op 209.000 tot 260.000 minder huishoudens met energiearmoede.
Geef een reactie