
Na ruim een jaar Omgevingswet hebben gemeenten nog altijd de handen vol aan vragen van initiatiefnemers. De onvolledige wetgeving en stroperige digitalisering drukken zwaar op de uitvoering, leert een rondgang langs gemeenten. Het omgevingsplan is nog een puzzel.
In Terneuzen komt wethouder Frank van Hulle een jaar na de inwerkingtreding nog regelmatig voor verrassingen te staan. ‘We stuiten op hiaten in de wetgeving en andere juridisch niet volledig uitgewerkte onderwerpen. We moeten naast de vergunningverlening veel ICT-gerelateerde zaken uitzoeken en initiatiefnemers en adviesbureaus door het digitale proces loodsen.’
Dubbel gevoel
‘Los daarvan,’ vervolgt Van Hulle, ‘moeten we de initiatieven en vergunningsaanvragen zelf nog beoordelen, wat onze eigenlijke hoofdtaak is. Daar gaat behoorlijk wat tijd in zitten. Ik heb nog steeds een dubbel gevoel bij de Omgevingswet. In de uitvoering hebben we de voordelen van de wet nog niet kunnen oogsten.’
Ook Apeldoorn moet aanvragers vaak te hulp schieten. ‘Veel begrippen en omschrijvingen in de wet zijn heel anders zijn dan in de oude regelgeving,’ zegt wethouder Peter Messerschmidt. ‘Ook voor ons is niet altijd duidelijk wat er precies bedoeld wordt. Met name het technische deel vergt veel begeleiding. Het idee dat je snel digitaal een aanvraag kunt doen, valt in de praktijk nog tegen.’
Abracadabra
In Zeewolde betwijfelt wethouder Helmut Hermans sterk of de Omgevingswet de ruimtelijke ontwikkeling eenvoudiger en makkelijker heeft gemaakt, met name voor particulieren. ‘In theorie is het een hele mooie wet, maar het is geen wet voor meneer De Vries op Dorpsstraat 1, die een kleine verbouwing wil doen,’ aldus Hermans.
‘De vele nieuwe termen in de wet zijn abracadabra voor hem, dus klopt hij bij ons aan. Daar gaat wel tachtig procent van de aanvragen over. Terwijl het de bedoeling is dat alles online zou gebeuren.’
Omgevingsplan
Onder de Omgevingswet moeten gemeenten één digitaal omgevingsplan opbouwen. Maasgouw is in de kern Wessem een proefproject gestart. ‘We hebben nog veel te leren om er een leesbaar en goed onderbouwd document van te kunnen make,’ licht wethouder Tim Snijckers van de Limburgse gemeente toe.
‘Het omgevingsplan is volledig anders dan de vroegere planologie in het bestemmingsplan. Vanwege de integrale aanpak van de Omgevingswet moet je er niet alleen het fysieke maar ook het sociale domein in opnemen. Ruimtelijke ordening en mobiliteit zijn disciplines die zich in harde regels laten beschrijven, het sociale domein is dat niet.’
Uitdaging
Zo heeft Maasgouw onlangs het beleidsplan ‘Bewegen, Ontmoeten, Spelen en Sporten’ vastgesteld om inwoners te prikkelen meer de buitenruimte op te zoeken. ‘Probeer dit beleid maar eens in een ruimtelijke regel vast te leggen,’ verzucht Snijckers. ‘Ook zal het een hele tour zijn om het totaalbeeld overzichtelijk naar de raad over te brengen. Het meest vrees ik nog dat inwoners die straks in het omgevingsplan gaan grasduinen, zullen omkomen in het grote geweld van de regels waar ze tegenaan lopen.’
Ook voor Zeewolde is het nog een puzzel hoe het digitale omgevingsplan met de raad te delen, aldus wethouder Hermans. De gemeente is al ver met het deel van het omgevingsplan voor het centrum van Zeewolde.
‘Voor raadsleden betekent dit dat zij voor hun werk ook op het Omgevingsloket moeten kijken. Dat is een vak op zich. Vroeger konden we gewoon pdf’jes sturen van het bestemmingsplan. Het mooie is dat je met één klik alle wet- en regelgeving op een individuele kavel kunt zien. Een totaaloverzicht krijgen van wat er mogelijk is in een gebied, is veel lastiger. Als het omgevingsplan is vastgesteld, moeten ook mensen die niet ICT-onderlegd zijn, zo’n plan tot zich kunnen nemen.’
Foutgevoelig
Voor het publiceren van hun digitale plannen maken alle vier de gemeenten gebruik van de TAM-IMRO-standaard, om terug te kunnen vallen op hun oude plansysteem. De reden is dat gemeenten weinig vertrouwen hebben in de software onder de Omgevingswet, die nogal foutgevoelig is. Daarnaast zijn er technische problemen met het parallel wijzigen van plannen.
De TAM-optie komt eind dit jaar te vervallen. Vanuit gemeenten klinkt al langer het pleidooi door om deze termijn tot 2032 te verlengen, het jaar waarin ook het omgevingsplan af moeten zijn. Minister Keijzer (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) houdt tot nu toe vast aan deze deadline.
Ook Van Hulle pleit ervoor de TAM-deadline uit te stellen. ‘Het landelijke systeem en de software zijn nog niet volledig en te ingewikkeld. Gemeenten moeten voldoende tijd krijgen om over te schakelen. Dat is essentieel voor een succesvolle uitvoering,’ stelt de wethouder van Terneuzen.
In Apeldoorn ziet Messerschmidt een verlenging juist niet zitten. ‘Het veelvuldige uitstel van de Omgevingswet heeft al tot vertraging geleid. Veel gemeenten hebben hun inspanningen telkens afgeschaald. Nu moeten we de druk erop houden. We hebben nog een flink aantal maanden te gaan. Mogelijk is de techniek dan wel voldoende robuust.’
Geef een reactie