Aandachtswijk Oud-Woensel. Hoe worden bewoners daar betrokken bij de herinrichting van hun wijk. “Een assertieve benadering wordt niet uit de weg gegaan.”
“Inspraak door buurtbewoners wordt serieus aandacht en ruimte
gegeven, maar dan op het moment dat de beslissingen al genomen zijn”,
concludeert onderzoeksinstituut OTB, verbonden aan de TU Delft. “Bewoners
begrijpen vaak moeilijk waar besluiten vandaan komen, waarom zij pas daarna bij
het proces worden betrokken en wat hun rol precies inhoudt. De plannen die hen
worden voorgelegd komen immers niet uit hun koker, maar uit die van de
professionals.”
Belangrijk
Dat is niet heel verwonderlijk. Uit een literatuurstudie van
OTB komt naar voren dat het betrekken van burgers in de geschiedenis van
stedelijke ontwikkeling relatief pas sinds kort van belang wordt gevonden.
In de Eindhovense wijk Oud-Woensel was de participatie een
speerpunt voor de herinrichting van de wijk. “Het moest een coproductie worden
van gemeente, corporaties, welzijnsinstellingen en niet in de laatste plaats de
bewoners”, staat in het masterplan (PDF) voor de buurt. Veiligheid, welzijn en
ruimtelijke ordening moeten hand in hand gaan.
De vernieuwing werd door een relatief klein kernteam in de
steigers gezet. Het team kon dan wel een beroep doen op professionals binnen en
buiten de gemeente Eindhoven, maar ook op de bewoners van Oud-Woensel. Volgens
het plan loopt de uitvoering van het project door tot 2015.
Participatie
De betrokkenheid van bewoners is tweeledig. Het is de
bedoeling dat ze meedenken over hun wijk, maar ook zelf wat gaan doen om de
buurt te verbeteren. Maatjesprojecten, groendagen, het melden van overlast.
Medewerkers van de gemeente, woningbouwcorporaties en welzijnswerkers kregen de
opdracht om mensen daadwerkelijk te activeren.
Volgens OTB moet sociale stijging het uitgangspunt zijn. “De
fysieke ingrepen moeten afgeleiden zijn van ‘het sociale’: eerst de mensen, dan
de stenen. Er doet zich landelijk een ontwikkeling voor, waarbij er steeds
vaker sprake is van een gelijkwaardige samenwerking. De sociale sector is zijn
‘achtergestelde’ positie in het planproces aan het inlopen.”
Om te begrijpen wat buurtbewoners willen, is ervoor gekozen
in de Einhovense wijk achter de voordeuren te kijken. “Een aantal bewoners kon
direct geholpen worden met advies en informatie, maar voor echte
perspectiefverbetering is verdieping van het contact met bewoners nodig. Daartoe
is een kansenmakelaar aangetrokken.” De makelaar is een spin het web, die
bewoners stimuleert zich in te zetten voor hun wijk.
Vroeg stadium
De voorheen eenzijdige buurt wordt getransformeerd tot een
levensloopbestendige mix van huur- en koopwoningen. Volgens het onderzoek van
OTB en de samenstellers van het masterplan is het succes van dit project
afhankelijk van een breed draagvlak. Daarom zijn zo veel mogelijk mensen in een
vroeg stadium bij het plan betrokken. Dit via wijkbijeenkomsten, nieuwsbrieven
en een startmanifestatie.
Ter afsluiting is in het onderzoek van OTB (PDF) nog een advies te vinden.
“Het op tijd bepalen van de status (de mate van beïnvloeding) van het
interactieve proces is belangrijk.” Anders gezegd: wek geen valse
verwachtingen. Maak duidelijk in hoeverre deelnemers invloed hebben. In
Eindhoven voegen ze daar nog een tip aan toe. Benadruk dat mensen het algemene
belang voor ogen moeten hebben bij hun inbreng.
Voor 2011 publiceert de gemeente binnenkort weer een buurtcontract met
afspraken om delen van het plan te realiseren. Dit zet de nodige acties en partners
op een rij.
Geef een reactie