De pilot 'facilitair managers en verlichting' is ingezet om inzicht te krijgen in de succes- en faalfactoren bij de overstap naar energiezuinige verlichting. Uit de pilot blijkt onder meer dat het enorme besparingspotentieel op het gebied van verlichting in de utiliteitsbouw beter kan worden benut door enerzijds projectmatig naar verlichting te kijken en anderzijds niet te lang in de voorbereiding te blijven hangen.
De pilot ging in oktober 2010 van start met facilitair managers en -medewerkers van Rabobank Westland, de Gemeente Den Haag, Universiteit Tilburg, Fontys Hogescholen en het Kennemer Gasthuis. De resultaten zijn nu gepubliceerd.
Succesfactoren
De pilot laat zien dat het toepassen van efficiënte en duurzame verlichting als project benaderd dient te worden om verlichtingsprojecten succesvol uit te kunnen voeren. De doelstellingen moeten daarbij zodanig geformuleerd worden dat effecten kunnen worden gemeten en draagvlak wordt gecreëerd.
Daarnaast is het van belang om de beheersaspecten – in termen van geld, organisatie, tijd, informatie en kwaliteit – vooraf goed in beeld te brengen. Ook dient gezorgd te worden voor een duidelijk programma van eisen. Andere belangrijke factoren voor succes blijken het aansluiten bij bestaande plannen, zoals een meerjaren onderhoudsplan en een goede communicatie met en monitoring van extern ingehuurden, zoals installateurs en adviseurs.
Faalfactoren
Uit de pilot volgden vanzelfsprekend ook faalfactoren. De belangrijkste struikelpunten bleken 'het blijven hangen in de voorbereiding' en het 'doodpraten van het project'. Ondanks het belang van een goede projectmatige aanpak, blijkt het verduurzamen van verlichting dus vooral een kwestie van doen. Bij het budgetteren kan het verder misgaan als de interne uren niet worden meegenomen. De missie lijkt ten slotte bij voorbaat kansloos als het draagvlak bij management of directie ontbreekt.
Motivatie
De pilot laat ook op het punt van de motivatie om met duurzame verlichting aan de slag te gaan interessante resultaten zien. Het economische voordeel blijkt nog steeds doorslaggevend, maar argumenten als imago, maatschappelijk verantwoord ondernemen en het voldoen aan wet- en regelgeving winnen aan terrein. Ook wordt een voorzichtige tendens zichtbaar dat terugverdientijd plaats maakt voor argumenten als waardevermeerdering van vastgoed en verbetering van comfort.
Pdf: Resultaten pilot 'Facilitair managers en verlichting' >>
Koos vrachtwagenbestuurder says
ik ben vrachtwagenbestuurder. ik vind de geluidswand wel fijn tussen de snelweg en de benzinepomp. Vooral dien tussen Rotterdam en Gouda. Dan kan ik mij aan de rijtijdenwet houden en even rusten. Lantaarnpalen gaan ook vroeg aan en ben er blij mee. Want zet wel eens koffie op rekening van de overheid. Even lekker stekkeren.
Lantaarnpaal land says
Nederland heeft de meeste lantaarnpalen van Europa op het aantal burgers. Ook zijn we koploper in geluidswanden langs snelwegen. Als het gaat om energiezuinige voertuigen lopen we ook voorop. De voertuigen van heden zijn allemaal voorzien van halogeen en het gezichtsveld is sterker. Geluidswanden geven weer reflectie en versterkt verlichting van voertuigen. De overheid is dus helemaal niet zo energiezuinig bezig, maar houdt blijkbaar lantaarnpaal en geluidswandenleverancier in stand. Een om deze energie te betalen, zien we weer windmolen staan. Het spreekt voor zich dat de burger dit betaald. Ten opzicht van andere landen, rijdt je dus een rode loper bij de grens overgang. Ten opzichte van andere landen worden weer geconfronteerd met tolwegen. Een bijkomend luxe is de snelheid en een hoge mate vrijheid zonder lantaarnpalen en om de 10 kilometer een camera. Het is een genot om je aan de snelheid te houden. Ook als je werkt in het buitenland net zo als ik. Krom is weer de tol, in Nederland knallen we miljoenen in de sloot voor een project rekeningrijden. De wegenbelasting is in feite een enorme melkkoe voor lantaarnpalen, geluidswanden en een rode loper. Kortom: overheid doe eerste eens wat aan deze bezuinigingen alvorens je TL verlichting gaat vervangen. Maar wat krom is kan blijkbaar niet recht worden. De betaler