Ambtenaren zijn traag, niet doortastend, inefficiënt en werken niet hard. Dat is het slechte beeld dat burger heeft, bezuinigen op ambtenaren vindt het grote publiek dan ook geen probleem.
Nederland moet bezuinigen. Daarover zijn kabinet, ambtenaren en het brede publiek het eens, zo blijkt uit onderzoek van Motivaction en de Volkskrant. Dat het kabinet een deel hiervan bij ambtenaren wil verzilveren, waaronder 2 miljard op rijksambtenaren, krijgt brede steun van de bevolking. Bijna de helft van het publiek vindt dit bedrag goed of zelfs nog te laag: 21% ziet liever dat het Rijk nog meer snijdt in eigen vlees.
Ambtenaren zelf zijn uiteraard een stuk minder positief over het bezuinigen op hun beroepsgroep. Een derde van hen is er voor, 21% vindt de korting van 2 miljard op rijksambtenaren geschikt of te weinig en maar 5% zou nog meer op rijksambtenaren willen bezuinigen.
Over de wijze waarop het beste kan worden bezuinigd, hebben het brede publiek en de ambtenaren een andere opvatting. Het publiek vindt in ruime meerderheid (67%) dat de kaasschaaf erover heen moet: ambtenaren moeten hetzelfde blijven doen maar met minder mensen (45%) of tegen een lager salaris (22%). Ambtenaren zelf zien een dergelijke efficiencyslag veel minder zitten (41% zou die steunen) en verkiezen een takendiscussie: de helft van hen wil dat de overheid gewoon stopt met bepaalde taken, voorzieningen of diensten.
Imago
Deze andere kijk op de manier waarop het beste bezuinigd kan worden op het overheidsapparaat lijkt terug te voeren op het imago van ambtenaren. Ambtenaren worden door het brede publiek bepaald niet als daadkrachtig en doortastend gezien: de helft vindt ambtenaren in grote mate ‘traag’ en slechts ongeveer een op de tien vindt hen in grote mate hard en efficiënt werken. Daar kan misschien best wat op bezuinigd worden, zo lijken burgers te redeneren. Wel vindt men ambtenaren overwegend nuttig en dienstbaar.
Ambtenaren hebben zelf een ander beeld van hun beroepsgroep. Zo denken ambtenaren vaak dat hun salaris lager ligt dan in het bedrijfsleven, terwijl burgers daar niet van overtuigd zijn. Ook oordelen ambtenaren op allerlei kenmerken een stuk positiever over hun eigen beroepsgroep: zo vindt niet de helft, zoals bij het publiek, maar slechts een kwart dat ze in grote mate traag zijn, vindt niet één maar twee op de tien dat men zeer efficiënt werkt en niet één maar vier op de tien dat men zeer hard werkt.
Waardering
Niet alleen is het zelfbeeld van ambtenaren een stuk positiever dan hun publieke imago, ambtenaren overschatten ook de waardering die zij van dat publiek krijgen. Tweederde van de ambtenaren denkt dat Nederlanders respect hebben voor het werk dat men doet, terwijl maar een derde van het publiek dit ook beaamt.
Ondanks de vrij negatieve beeldvorming over ambtenaren bij het brede publiek en de grote steun voor bezuinigingen op deze beroepsgroep – liefst per kaasschaaf -zouden maar weinig Nederlanders het voortaan geheel zonder ambtenaren willen stellen. Vooral als het gaat om veiligheid en sociale zekerheid ziet de bevolking het belang van ambtenaren. Echt bezorgd is men echter niet over de bezuinigingen op het overheidsapparaat. Slechts een kwart maakt zich hierover zorgen.
Ambtenaren optimistisch
En ambtenaren zelf? Ruim de helft van hen maakt zich wel zorgen over de aangekondigde bezuinigingen op de overheid, maar driekwart denkt dat zij de dans zullen ontspringen en hun baan over een jaar nog hebben en ‘maar’ 16% ligt daar wel eens wakker van. Ambtenaren zijn daarmee even zorgeloos en optimistisch over het behoud van hun baan als werkenden in het bedrijfsleven. Misschien klinkt hierin de ervaring van ambtenaren door met pogingen van eerdere kabinetten om te snijden in het ambtenarenapparaat: de praktijk bleek altijd weerbarstiger dan de voornemens.
Erwin says
Nederlanders klagen over alle dienstverlening, het maakt niet uit of het ambtenaren zijn of medewerkers in de private sector. Het enige verschil is dat er bij ambtenaren een publieke (non) discussie wordt gevoerd. Helemaal eens met H. Heezen dat de traagheid vaak is te wijten aan bestuurlijke besluitvorming. Maar het gaat altijd traag als je grote organisatie een andere richting wil geven. Wel jammer dat politici niet eerlijker zijn over de vele jaren die nodig zijn om echte herstructurering door te voeren, en ambtenaren als zondebok gebruiken voor het uitblijven van korte termijn resultaten. Het maakt het ambtenarenwerk onpopulair, en als arbeid schaars wordt op de arbeidsmarkt moeten er hogere lonen worden betaald aan ambtenaren.
Vieve ter Laak - Heldere Zaken says
Interessant onderwerp, maar wat meer duiding lijkt me handig.
Ambtenaren worden aangenomen en afgerekend op zorgvuldigheid – alles wat ze doen moet binnen de gestelde regels vallen. Vanzelfsprekend.
Door de burgers worden ambteren beoordeeld op snelheid, doelmatigheid en transparant werken. Ook vanzelfsprekend.
Maar zorgvuldigheid/transparantie en snelheid/doelmatigheid/niet samen. Zeker niet wanneer er steeds meer regels worden bedacht die goed gecontroleerd en gehandhaafd moeten worden!
Kortom: de meeste ambtenaren werken hard en goed, het probleem zit voornamelijk bij de manier waarop wij het geregeld hebben in dit land.
De roep om minder regels is er wel, maar in de praktijk komt er nog weinig van terecht.
H. Heezen says
De traagheid van de democratische besluitvorming wordt vaak onterecht aan ambtenaren verweten. Bij een bedrijf wordt s’morgens een beslissing genomen en s’middags conform gewerkt. Als een ambtenaar klaar is met zijn werk duurt het vaak meer dan een maand voordat de democratische inspraak en besluitvorming doorlopen is. En in het beeld wordt dat de ambtenaar verweten. Helemaal onjuist!
Bovendien dient de besluitvorming bij de overheid veel zorgvuldiger te zijn dan in het bedrijfsleven im precedentwerking en het feit dat er openbaar verantwoording moet worden afgelegd, zowel inhoudelijk als financieel. Dat hoeft het bedrijfsleven nooit.
Kortom, een zeer incompleet en onjuist beeld van de functie van de overheid wat hier geschetst wordt.
Maar toegegeven, het past helemaal in onze populistische maatschappij…..
pieter elbers says
Te algemeen artikel.
En het gaat over de beleving van mensen, ( de fantasie of de fantasterie, de vooroordelen, die bevestigd, worden door de heersende groepen in kabinetten, colleges en toppers van managementen.) Het gaat dus niet over de realiteit.
Dus een gepropageerde scheiding om ideologische redenen tussen de subjectieve
realiteit en de objectieve.
Als je dezelfde vragen loslaat bij het publiek over de managers bij het bedrijfsleven en de dienstverlening krijg je dezelfde antwoorden.
Het is een vorm van subjectieve beoordelingen.
Of het klopt met de werkelijkheid dondert niet. Het gaat om het imago, het beeld.
De vragen slaan natuurlijk niet op de harde werkers van geprivatiseerde gemeentereiniging, thuiszorg, en verzorgsters in verpleeghuizen, Tatasteel, of havenarbeiders, verpleegsters ea. Zij worden geconfronteerd met steeds lagere CAO schalen. Maar werken steeds harder.
Dat weten de meeste mensen wel
Hier valt het subjectieve beeld samen met het objectieve beeld.
Sander Flight says
Wat een mooie nieuwe woorden zijn er in dit stuk uitgevonden:
terwijlburgers
publiekeimago
Verder: ambtenaren onderschatten de waardering van het publiek niet, ze overschatten die juist.
(Haal deze reactie maar weg na correctie – ik wist niet waar ik mijn tekstopmerkingen anders kwijt kon)