De commissie Besluit begroting en verantwoording doet vier “stellige uitspraken” en vijf aanbevelingen voor de grondexploitaties van gemeenten, “omdat dat naar haar oordeel bijdraagt aan het inzicht in hun financiële positie”.
De commissie maakt notities over de meest gestelde vragen. Momenteel gaan die vaak over grondexploitaties. De notities bevatten vaak adviezen. De “stellige uitspraken” markeren de grens van de wet vaak.
Uitspraken
1) De lasten en baten die verband houden met grondexploitaties worden in de exploitatie verantwoord en via een tegenboeking naar de balans gemuteerd;
2) Voor het activeren van kosten bij de niet in de exploitatie genomen gronden (NIEGG) moet een reëel en stellig voornemen bestaan dat deze in de nabije toekomst zal worden bebouwd. Deze verwachting moet zijn gebaseerd op een raadsbesluit;
3) Het activeren van vervaardigingskosten op NIEGG is aanvaardbaar, maar dient beperkt te blijven tot het niveau van de huidige marktwaarde van de grond;
4) Het treffen van een afboeking of een voorziening gebeurt bij een verwacht verlies meteen ter grootte van dit verlies. Als sprake is van een voorziening voor de bestrijding van de tekorten in grondexploitaties, dan moet die worden gepresenteerd als een waardecorrectie op de post Bouwgrond. Deze wijze van verantwoording is naar analogie van de voorziening voor dubieuze debiteuren.
Bij het derde punt zijn dan nog vijf aanvullingen te doen, volgens de commissie:
a) de boekwaarde kan nooit hoger zijn dan de verwachte marktwaarde;
b) de ruimte voor activering wordt in eerste instantie bepaald door het verschil tussen de boekwaarde en de marktwaarde in de huidige bestemming;
c) bij de bepaling van het verschil tussen boekwaarde en verwachte marktwaarde moet rekening gehouden worden met de overige nog te maken kosten (bijvoorbeeld infrastructurele voorzieningen) in het verdere verloop van het transformatieproces naar de verwachte toekomstige bestemming. Deze bepaling dient jaarlijks gemaakt te worden;
d) als de waardering het niveau van de marktwaarde al heeft bereikt en de marktwaarde daalt, dan wordt een verliesvoorziening getroffen c.q. afgewaardeerd;
e) als duidelijk wordt dat de door de raad voorgenomen bestemming in het geheel niet of slechts gedeeltelijk zal worden gerealiseerd en daardoor een lagere verwachte marktwaarde ontstaat, dan wordt een verliesvoorziening getroffen c.q. afgewaardeerd.
Verder bevat de notitie een vijf aanbevelingen:
1) De commissie adviseert de autorisatie van grondexploitatiebudgetten en de jaarlijkse actualisatie via een raadsbesluit vast te leggen;
2) De commissie vraagt scherp in kaart te brengen of de looptijd en grootte van de grondexploitatie in verhouding staan tot een adequate beheersing van dat bestemmingsplan;
3) Om de samenhang van de jaarverslaglegging van een gemeente over grondexploitaties te bevorderen is het nodig dat gemeenten in verordening 212 gedragsregels opnemen, tenminste over de vervaardigingskosten van niet in exploitatie genomen grond (NIEGG) en de hoogte van de in acht te nemen marktwaarde;
4) De commissie beveelt voor het tussentijds winst nemen aan dat de lokale afweging tussen het voorzichtigheidsbeginsel en het realisatiebeginsel nader wordt uitgewerkt, bijvoorbeeld in de verordening 212. Het voorzichtigheidsbeginsel leidt er immers toe dat realisatie van winst moet worden uitgesteld tot daarover voldoende zekerheid bestaat;
5) De projectfasering en de tussentijdse resultaatbepaling moeten worden geactualiseerd wanneer de marktomstandigheden daartoe aanleiding geven zoals bijvoorbeeld vanwege stagnerende grondverkopen.
De uitwerking van de uitspraken en aanbevelingen zijn hier te vinden >>
Kennisbank Omgevingsrecht
Bekijk hier hoe u dure inhoudelijke fouten of bezwaar- en beroepsprocedures kunt voorkomen >> |
---|
peter says
De andere kant is nu zo dat door de recessie iedereen in paniek geraakt en de politici de met veel kapitaal uitgewerkte plannen willen afschieten, en dat is juist een verkeerde zet. Bij ontwikkelingen van projecten is het zaak geduld te hebben en over een periode van plm. 10 jaar te gaan kijken. Het is wijsheid de bestaande plannen aan te houden maar met de ontwikkeling even te wachten tot de financi?le rust is weergekeerd. Er zijn voldoende mensen die een huis willen kopen, maar doordat de banken de kraan dicht draaien en de politiek onrust zaait staat het stil. Maar er is een tekort aan huurwoningen en zo zal er op termijn ook weer meer vraag komen naar koopwoningen en appartementen, en dan moet je als gemeente en ontwikkelaars daar snel op in kunnen schieten, anders ben je te laat.