De Nederlandse burger zit klem in een mentale spagaat. Enerzijds vindt hij bijna alle regelgeving overbodig. Anderzijds wil hij dat regels keihard worden gehandhaafd.
– COLUMN –
De Nederlandse burger zit klem in een mentale spagaat. Enerzijds vindt hij bijna alle regelgeving overbodig. Daarom moeten er duizenden regels worden geschrapt. Anderzijds wil hij dat regels keihard worden gehandhaafd. Regels zijn immers regels.
In hun boek ‘ik denk dus ik ben’ verklaren filosofen Stine Jensen en Rob Wijnberg deze schizofrenie: de gemiddelde Nederlander eist onmiddellijke behoeftebevrediging. Alles wat dit doorkruist, moet weg.
Deze licht zelfzuchtige levenshouding is als volgt samen te vatten: ‘alle regels die mij belemmeren moeten weg. Maar als anderen mij tot last zijn, moet er rücksichtlos worden gehandhaafd’. Illustratief voor deze mentaliteit zijn de twee grootste ergernissen in het verkeer: te lang links rijden èn bumperkleven.
De lokale overheid kan deze schizofrene burger onmogelijk tevreden stellen. Hij heeft immers een hekel aan bureaucratie en betutteling. Maar ook aan besluiteloosheid en gebrek aan gezag.
Nooit goed
Wat moeten wij gemeenteambtenaren nu met deze ontwikkeling? Allereerst concluderen dat wij het voor deze groep burgers nooit goed zullen doen. Hun ontevredenheid over de overheid wordt immers niet door ons veroorzaakt, maar is symptomatisch voor hun schizofrene toestand. Een geruststellende constatering, ons treft geen blaam!
Anderzijds: ambtenaren en politici zijn ook burgers. Wij vertonen hetzelfde paradoxale gedrag. Burgers moeten meer eigen verantwoordelijkheid nemen. Maar als er in de samenleving iets naars gebeurd, stellen we direct nieuwe regels. Alle grootste verhalen over verlaging van regeldruk ten spijt. Ook politici en ambtenaren willen directe behoeftebevrediging.
Geld
‘Wij van de overheid’ zijn zelfs nog idioter dan burgers. We eisen niet alleen dat burgers zich aan regels houden. Bijvoorbeeld geen verkeersovertredingen maken. Als burgers zich te goed aan de regels houden, belonen we dat door strenger handhaven en zwaarder straffen. Anders lopen we de verwachte inkomsten uit verkeersboetes mis. Dat geld hebben we hard nodig om onze andere behoeften te bevredigen.
N. de Mus says
Het is nog veel erger dan Dirk stelt. Want naast de roep om “vermindering van de regeldruk” is er ook een roep om “verbiedt het a.u.b.”. Politici gaan daar weer mee aan de slag. Zie de Wet Dwangsom bij niet tijdig beslissen. En doordat de wetsvoorstellen van alle kanten geamendeerd worden, rest vaak een moeilijk uitvoerbaar of nauwelijks te handhaven verhaal. En dat merkt de burger uiteindelijk toch ook weer. En dan krijgen de ambtenaren de schuld. Een oplossing is om alle regels net als een pak melk een beperkte houdbaarheidsdatum mee te geven. Dat dwingt om regelmatig er goed over na te denken of je op dezelfde voet wilt doorgaan.
dirk van de wiel says
Het is inderdaad overdreven Marcus. Maar ik vind het moeilijk uit te leggen aan burgers dat de politie overweegt verkeersboetes te verhogen omdat de begroting niet sluit (zie nrc 14-09-2010). Vanuit het persfectief van de organisatie is het zeker begrijpelijk, maar niet vanuit perspecttief van burgers.
Marcus says
Leuke argumenten. Alleen de laatste alinea mist elke onderbouwing. Strenger handhaven en zwaarder straffen om meer inkomsten binnen te halen is vergezocht en hooguit een incident in overheidsland.
Want doorredenerend: burgers verwachten van de overheid dat zij met een sluitende begroting werken. Belastingen mogen immers niet verhoogd worden en voorzieningen mogen niet worden beperkt. Ambtenaren doen vervolgens hun best om de begroting sluitend te krijgen, want dat moet van de burger. Wie is er hier dan idioot? Daar kun je in ieder geval nooit de conclusie uit halen die in de titel wordt genoemd.