Biedt het sociaal akkoord duidelijkheid over de taken en financiën van gemeenten? Niet volgens de VNG. “Dit betekent een rem op de voorgenomen decentralisaties.”
“Voor het kabinet en de sociale partners mag het sociaal akkoord een eindpunt van onderhandelingen zijn, voor gemeenten is het een beginpunt”, laat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) weten door een persbericht. Het gaat om “voornemens die rechtstreeks ingrijpen in de wettelijke verantwoordelijkheden, taken en financiën van gemeenten.”
Het kabinet hoopt op betere tijden, schuift veel hervormingen voor zich uit en vraagt de inwoners van Nederland hun geld te laten rollen om de economie te stimuleren. Ondertussen hangt een nieuwe bezuinigingsronde in de lucht, die in het najaar van start zou gaan. In de Tweede Kamer wordt hier op aangedrongen. Vakbond FNV is er juist weer op tegen. Het kan nog alle kanten op, want het akkoord is niet in beton gegoten. Vandaag sluit de VNG zich aan bij de partijen die verder willen met de onderhandelingen over de plannen en het gebrek aan duidelijkheid.
Consequenties
“De VNG wil spoedig in overleg met het kabinet en de sociale partners om de gevolgen van het akkoord scherp te krijgen en om haar zorg te delen over verschillende consequenties voor gemeenten”, schrijft de vereniging. “De resultaten die met het akkoord beoogd zijn, worden immers in belangrijke mate bepaald door de mogelijke uitwerking met gemeenten.”
De problemen op een rij:
- Er is geen algemeen financieel overzicht
- Rond de werkbedrijven heerst veel onduidelijkheid
- Er is geen wet die helderheid biedt over de transitie van de Jeugdzorg
- Hoe gemeenten de re-integratie op orde moeten krijgen, blijft de vraag
Het akkoord roept de volgende zorgen en vragen op:
- Het sociaal akkoord betekent een rem op de voorgenomen decentralisaties. Het toewijzen van zorg, ondersteuning en begeleiding zou volgens het regeerakkoord nog meer een gemeentelijke bevoegdheid worden, maar als cliënten straks door een centrale instantie geïndiceerd worden, ontstaan er wachtlijsten en valt ook een essentieel uitgangspunt van de lokale aanpak bij de decentralisaties weg: kijken naar wat mensen nog wél kunnen;
- Voor het sociaal domein worden in het akkoord termijnen genoemd waarvan het de vraag is hoe deze zich verhouden tot de planning die tot dusver door gemeenten en Rijk wordt aangehouden;
- Bij de herstructurering van de bedrijven in de sociale werkvoorziening vindt de VNG het ook logisch dat de werkbedrijven onder gemeentelijke verantwoordelijkheid gaan werken en dat de arbeidsmarktregio’s hierbij betrokken worden, zonder dat er een blauwdruk komt vanuit Den Haag. Echter, de dekking van de minimaal 400 miljoen die met deze herstructureringsoperatie gemoeid zal zijn en de implementatietermijn is niet in de voorstellen terug te vinden;
- Het akkoord stelt dat mensen die aan de slag zijn in de sociale werkplaatsen moeten worden ondergebracht in een cao. De werknemers die komen te werken in het werkbedrijf vallen onder de cao van de gemeente. Het is de vraag of hiermee ook wordt bereikt dat mensen in de maatschappij gelijkwaardig kunnen meedoen. Daarnaast stelt de VNG dat het tot de bevoegdheid en de contractsvrijheid van sociale partners in een sector behoort om al dan niet te besluiten tot het aangaan van een cao;
Conclusie: “De VNG wil onder meer deze punten graag op korte termijn in gesprek met het kabinet en de sociale partners om de precieze effecten van het akkoord in het sociale domein scherp te krijgen en de consequenties daarvan verder te verkennen.”
Geef een reactie