De gemeente Amsterdam keert zich tegen het gebruik en de verkoop van bont in kleding. De hoofdstad doet een ‘moreel appel’ op modewinkels om geen bont van pelsdieren meer te verkopen.
Ook vraagt de gemeente pelsdierbontvrije winkels en winkelketens duidelijk te maken aan het publiek dat ze geen bont verkopen.
Het college noemt het ‘afkeurenswaardig’ om nog langer bont dat geproduceerd is door pelsdierfokkerijen in kleding te verwerken en te verkopen, blijkt uit een brief aan de gemeenteraad. Het stadsbestuur volgt daarmee een motie van de Partij voor de Dieren die de raad vorig jaar aannam om bont in kleding taboe te verklaren.
Het Nederlands Bont Instituut noemt het ‘symboolpolitiek’. ‘Amsterdam heeft geen enkele legitimiteit om winkels te verbieden bont te verkopen’, zegt woordvoerder Ron Haarman. “Ondernemers en burgers mogen zelf beslissen of ze kleding met bont verkopen of kopen.”
Het instituut meent overigens dat de hoofdstad ‘zich volstrekt belachelijk maakt’ met het standpunt, omdat mode een van de speerpunten is van de gemeente. Haarman: “Bont is een hip item in de modewereld. Steeds meer jonge couturiers werken met bont en er wordt meer bont verkocht dan ooit. Ook tijdens de Amsterdam Fashion Week laten veel ontwerpers bont op de catwalk zien.
De Partij voor de Dieren stelde vorig jaar ook voor geen subsidie meer te verstrekken aan evenementen waar sprake is van bont, zoals de Fashion Week. Deze motie werd door de gemeenteraad verworpen.
Geef een reactie