Corruptie en fraude zullen staande praktijk blijven, is de analyse. “Gedragscodes en het afleggen van de eed zijn onvoldoende effectief.”
Column
– Hugo Doornhof & Martine Vidal
Het ene inkoopschandaal volgt het andere op. Bij het Ministerie van Defensie, de Nationale Politie en de gemeente Rotterdam worden ambtenaren verdacht van fraude en corruptie bij aanbestedingen.
Frappant! Aanbestedingen (en dan met name het aanbestedingsrecht) zouden er juist voor moeten zorgen dat eerlijke, open en transparante procedures worden georganiseerd. Het tegendeel blijkt echter nu het geval te zijn. Hoe worden de aanbestedingen gemanipuleerd? Dit kan worden gedaan bijvoorbeeld door:
- Het (vooraf) doorspelen van aanbestedingsdocumenten
- Het hebben van informeel contact over de aanbestedingen
- Het inschakelen van dezelfde adviseur als de overheid.
Aanbestedingen worden niet altijd gemanipuleerd voor een financiële tegenprestatie, maar vaak puur omdat er een persoonlijk belang speelt (bijvoorbeeld door het hebben van banden met leveranciers).
Integriteitsnormen
Een ambtenaar die bij aanbestedingen sjoemelt, gaat behoorlijk over de schreef. Los van de integriteitsnormen voor ambtenaren, leggen decentrale bestuurders de eed af, waarbij zij onder meer zweren geen geschenken te zullen aannemen om iets in het ambt te doen of na te laten. Bovendien moeten bestuursorganen ertegen waken dat tot het bestuursorgaan behorende personen die een persoonlijk belang bij een besluit hebben, de besluitvorming beïnvloeden. Wordt hiermee in strijd gehandeld, dan staat de rechtsgeldigheid van de gunning op losse schroeven en zijn diverse claims te verwachten.
Daarenboven heeft de volksvertegenwoordiging, zijnde de gemeenteraad of provinciale staten, bij schending van integriteitsnormen vaak alle reden om bestuurders weg te sturen, althans een flinke tik op de vingers te geven. Daarbij kan zij zich waarschijnlijk ook nog terecht op het standpunt stellen dat de desbetreffende bestuurders zich schuldig hebben gemaakt aan schending van de voor hen geldende gedragscode. In het model voor die code zijn onder meer bepalingen opgenomen die in het bijzonder als doel hebben belangenverstrengeling bij het gunnen van overheidsopdrachten tegen te gaan.
Onvoldoende
Maar kennelijk zijn een eed en gedragscodes onvoldoende effectief om fraude en corruptie bij aanbestedingen de kop in te drukken. Overheden zullen zich dus extra moeten inspannen om integriteit bij aanbestedingen onder de aandacht te brengen. Hierbij kan gedacht worden aan het bindend maken van intergriteitsnormen door ze bijvoorbeeld op te nemen in een verordening in plaats van een gedragscode. Daarnaast is het belangrijk om waar nodig duidelijke en specifieke integriteitsnormen voor aanbestedingen te formuleren en met die normen te leren omgaan.
Tot slot is aanbevelenswaardig om onafhankelijke personen van buiten de betreffende overheid te betrekken bij een aanbesteding om de integriteit te toetsen.
Hugo Doornhof is advocaat Overheid en Onderneming. Martine Vidal is advocaat Europees en Mededingingsrecht bij AKD.
Geef een reactie