De harmonisatie en decentralisatie in de Kinderopvang brengt grote verschillen naar voren in leges die gemeenten rekenen. Kinderopvangorganisaties zijn verplicht tot registratie in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP). Gemeenten zijn niet transparant in de tarieven die zij voor de geleverde diensten rekenen
Kinderopvangorganisaties, dus ook gastouders, dienen zich via hun gemeente in te schrijven in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP). De gemeente vraagt vervolgens de GGD een inspectie uit te voeren op de locatie van de betreffende opvang. Na een positief advies verzorgt de gemeente de inschrijving van de nieuwe locatie in bij het LRKP. Onder nieuwe registraties vallen ook verhuizingen en verandering van eigenaar van de locatie.
Grote verschillen in leges
Ongeveer een derde van de Nederlandse gemeenten brengt hiervoor leges in rekening. De verschillen tussen de legestarieven zijn schrikbarend groot blijkt uit een overzicht van Gastouderbureau Mijngastouderopvang. In Haarlem wordt ruim € 700,-. gerekend tegen nul euro in Aalten. Directeur Kerst Sandburg: “Bij mijn berekeningen voor de gemeente Amsterdam kwam ik uit op een kostenneutraal plaatje van zo’n € 225,-, terwijl zij € 463,80 in rekening brengen. Ik ga er vanuit dat gemeenten die meer dan € 225,- aan leges in rekening brengen winst maken en/of dat de GGD’s dit doen. Koploper qua leges voor een voorziening voor gastouderopvang is nog steeds de gemeente Vianen met maar liefst € 821,95.”
De vaak gehoorde motivering voor de verschillende legestarieven vanuit de gemeenten zijn de kosten die gemeente en GGD moeten maken voor de inspectie en registratie van de nieuwe locatie alvorens deze in het LRKP te kunnen inschrijven.
Transparantie in kosten voor registratie geboden
Brancheorganisatie Kinderopvang Nederland adviseert haar leden dan ook om de gemeenteraad te vragen naar meer transparantie in de kosten en vooral naar de opbouw van de leges. “Wat zijn de daadwerkelijk gemaakte kosten? En overtreft het legestarief niet de daadwerkelijke kosten én de inkomsten voor toezicht en handhaving”. De organisatie pleit om de leges voor registratie te laten vervallen, het zorgt volgens hen voor onnodige kosten in de kinderopvang, die sowieso al lastige financiële tijden doormaakt. Volgens de organisatie blijft er zo nog minder geld over voor waar het in de kinderopvang om draait: het bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen.
“Handhavingskosten niet in leges verrekenen’
Ook Belangenvereniging BOINK, dat de belangen van ouders in kinderopvang en peuterspeelzalen vertegenwoordigt, waarschuwt dat het lijkt dat gemeenten ook handhavingskosten in de leges doorberekenen. Bij monde van haar voorzitter Jellesma wijst BOINK erop dat gemeenten voor handhaving “andere potjes” hebben. “De leges zijn voor het registratieproces van gemeente en GGD, niet voor handhaving”. Hij wijst erop dat in sommige gevallen hogere kosten in gemeenten best wel te verklaren zijn uit het feit dat de handhaving en controle van gastouderbureaus erg veel kosten vergt. Waardoor de goeden onder de kwaden lijden, wat zich dan vertaalt in een hoger tarief. Hij vult nog aan dat er ook gemeenten “meeliften” op de al gevolgde registratieprocedure in een andere gemeente. Gastouderbureaus en kinderopvangorganisaties die in meerdere gemeenten actief zijn dienen zich per gemeente te laten registreren. Daardoor kan het lijken dat gemeenten de leges wellicht laag laten lijken, maar maken zij enkel goede sier met de reeds gemaakte kosten in een andere gemeente waar de registratieprocedure al is doorlopen. Die gegevens worden dan door de volgende gemeente overgenomen.
Oproep aan politiek
Beide organisaties dringen aan op transparantie. In het kader hiervan heeft ook Kinderopvang Nederland een geactualiseerde lijst met leges online gezet. Ze dringen er bij de politiek, de Tweede Kamer en ministers als wel lokaal, op aan om de legeskosten te normaliseren. Op lokaal niveau worden daarin volgens Kinderopvang Nederland reeds successen geboekt.
Nico Cool says
Zou het niet verstandig zijn om van gemeenten te eisen dat zijn hun tarieven onderbouwen. Kostendekkend lijkt reeel bij verplichte zaken (er is immers geen keuze). In dit geval is er natuurlijk iets bijzonders aan de hand omdat de keuringen lijken te worden uitgevoerd dor de ggd die een landelijke organisatie is en dus waarschijnlijk een landelijk tarief heeft 🙂