Als een gemeente geld voor de zorg over heeft, moet dat alsnog worden besteed aan mensen die zorg krijgen. Dat vindt de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF).
,,Geld overhouden is niet de bedoeling. Mensen denken dat ze geen maatwerk kunnen krijgen omdat het geld er niet is. Als het geld er toch is, biedt dat ruimte om het goed te besteden aan beter maatwerk”, zegt de belangengroep.
De organisatie reageert op een onderzoek van vakblad Binnenlands Bestuur. Dat heeft onder meer gegevens van accountants en gemeenten doorgespit. Volgens het onderzoek houdt ongeveer driekwart van de gemeenten geld over op het budget Wet maatschappelijke ondersteuning. De helft geeft niet al het geld voor jeugdzorg uit.
De gemeente Deurne heeft bijvoorbeeld een plus van 2,3 miljoen euro op het zorgbudget, zo blijkt uit de cijfers. Overbetuwe, dat 26,5 miljoen euro had begroot voor die zorgtaken, houdt 2 miljoen euro over. Teylingen (14,8 miljoen begroot) komt uit op een plus van 1,7 miljoen euro. Een totaaloverzicht valt nog niet te geven, omdat lang niet alle gemeenten de jaarcijfers al op een rij hebben.
De grootste overschotten worden geboekt op de post Wmo. Met betrekking tot de jeugdzorg is het beeld wisselender. Van de eerder gevreesde megatekorten lijkt in ieder geval geen sprake. Gijs Oskam, financieel specialist van de VNG, zegt tegen Binnenlands Bestuur dat gemeenten ,,aardig’ lijken uit te komen met het Wmo-budget. De budgetten voor jeugdzorg noemt hij ,,krap en onzeker”.
Binnenlands Bestuur verwacht dat de definitieve cijfers straks aanleiding zullen geven tot discussies. De overschotten kunnen er op wijzen dat de ministeries, toen zij nog verantwoordelijk waren voor de zorgtaken, te kwistig zijn geweest in het verstrekken van bijdragen. Maar er zullen vermoedelijk ook gemeenten zijn die beweren dat de verdeling van de rijksmiddelen te globaal is.
Geef een reactie