Best practices zijn goede voorbeelden. Inspireren zeker, maar kunnen niet bedoeld zijn als een vorm van ‘grand design’.
– Column –
Henri Rauch
Het concept van ‘best practices’ is erop gebaseerd dat de mensen voor zichzelf het beste voorhebben, daarom proberen hun omstandigheden steeds verder te verbeteren. Wij kijken bij elkaar rond om te ervaren hoe we in de praktijk met elkaar leven, en hoe wij de omgeving naar onze hand (proberen te) zetten. Als we een mooi voorbeeld zien, dan vergrendelen we dat tot er zich een mogelijkheid voordoet om dat voorbeeld na te volgen. Daar is verder geen hogere technologie voor nodig. Het is als het ware ingebakken in de mens, en van deze eigenschap kunnen wij dan ook naar behoeven gebruikmaken. Individuen, maar ook gemeenschappen. Zoals gemeenten.
Voorbeeldwerking
Om dit eenvoudige gegeven van voorbeeldwerking verder uit te nutten zijn in gemeenteland allerlei vormen aangedragen die gebruikmaken van hetzelfde fenomeen. Denk bijvoorbeeld aan horizontale verbanden, leeromgevingen en congressen. Maar ook meer verknoopt met techniek, zoals benchmarking en monitoring. De gemeenten worden dan beschouwd als instituties die op criteria moeten presteren, tegen de achtergrond van al die andere gemeenten. De verbeteringen zijn gedreven vanuit het algemene belang, of onder dwang van de ‘markt’. Sommige bedrijven ontlenen er inmiddels een deel van hun bestaan aan.
Er hangen ook bezwaren aan de technische invulling van voorbeeldwerking. Dat weten ze ook bij de Europese Commissie (EC). Jarenlang hanteerden zij het benchmarkinginstrument om Europese landen te stimuleren tot het volgen van het voorbeeld van andere succesvolle landen. Dat werd gedaan op de meest uiteenlopende criteria. Totdat de EC er achter kwam dat de landen steeds meer energie stopten in het aan de voorkant beïnvloeden van de benchmarkcriteria, in plaats van het hanteren van de resultaten van de benchmark om nieuwe landelijke doelen te bepalen. Een soort ‘benchmarkmoeheid’. Ik heb dat zelf ondervonden toen ik, namens Nederland, aan een dergelijke Europese benchmark deelnam.
Evenwicht
Het gaat er mij niet om de nadelen van een vluchtige instrumentele benadering uit te vergroten. Veeleer wil ik een pleit bezorgen voor al diegenen die hun energie besteden aan het verder brengen van gemeenschappen, door gebruik te maken van best practices. Door nieuwsgierig en opmerkzaam te zijn, te kijken en verder te vragen naar het waarom en het hoe. Of het nou op vakantie is, of tijdens een werkbezoek bij een andere gemeente of in een ander land. En vervolgens door zich in te zetten voor verbeteringen in eigen huis, indachtig het goede voorbeeld. Niet in het streven naar een ‘grand design’, of een eenvormigheid voor alle gemeenten. Daar zijn gemeenschappen nu eenmaal te complex en te veelvormig voor.
In de ontdekkingstocht naar innovatie wil ik in mijn komende bijdragen voor Gemeente.nu een evenwicht zoeken tussen de menselijke factor en de gemeenschap.
Over de auteur: Henri Rauch is strategisch adviseur bij de overheid en opereert vanuit het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten
Geef een reactie