Het aantal Nederlandse gemeenten dat een sterke negatieve ontwikkeling van de winkelleegstand mag verwachten is het afgelopen jaar weer toegenomen. Maar liefst 40% van de gemeenten kampt met een grote winkelleegstand en een afnemende bevolking.
De ‘weersverwachting’ voor deze gemeenten is slecht. Deze zorgelijke ontwikkeling blijkt uit de ‘Leegstandsbarometer 2014’ van ruimtelijk-economisch adviesbureau DTNP.
Door stagnerende bestedingen, ondernemers die met pensioen gaan en de opkomst van webwinkels is de toename van leegstand in Nederland het afgelopen jaar twee keer zo groot als een jaar geleden. Het leegstandsniveau zegt iets over de gezondheid van de lokale winkelmarkt. Een leegstandsniveau van 4 à 6% (frictieleegstand) is nodig voor een goede doorstroming. Als er meer panden leeg staan is er sprake van structurele leegstand. Dit is extra zorgelijk in gemeenten die ook nog eens te maken krijgen met een afnemende bevolking: daar neemt het draagvlak voor winkels de komende jaren af. Ruim 40% van de gemeenten in Nederland (162) heeft te maken met zowel structurele leegstand als met een krimpende bevolking. Hierdoor is sanering van winkelvastgoed vaak onvermijdelijk.
Behalve de negatieve tendens laat de ‘Leegstandsbarometer’ voor een derde van de gemeenten ook relatief goed nieuws zien. 134 gemeenten scoorden in 2014 beter dan zij vier jaar geleden deden. De winkelleegstand is dit jaar in die gemeenten kleiner geworden en de bevolkingsprognose valt positiever uit (minder krimp of meer groei). Voor het gros van deze gemeenten (128) betekent dit echter nog niet dat ze uit de gevarenzone zijn.
De leegstandsbarometer biedt een goede eerste indruk, maar zegt niet alles over de winkelmarkt. De vestigingslocatie wordt, zowel bij krimp als bij groei, steeds belangrijker. Er zijn grote verschillen per type winkellocatie. Winkelgebieden die zich richten op dagelijkse boodschappen of recreatief winkelen (beleving) zijn kansrijk. Kleine en kleurloze centra, randzones van centra en ‘runshoppingcentra’ zijn kwetsbaar. Ook binnen centra verschillen de kansen vaak per straat. De komende jaren zullen ingrijpende keuzes gemaakt moeten worden om winkelgebieden vitaal te houden: welke winkelgebieden hebben nog voldoende kansen? Waar accepteren we leegstand? Hoe kunnen kansarme winkellocaties getransformeerd worden? Gemeenten kunnen via hun ruimtelijke ordeningsbeleid het roer in handen nemen en actief sturen. Met een doordacht regionaal en gemeentelijk detailhandelsbeleid wordt aan marktpartijen duidelijkheid en zekerheid geboden. De Leegstandsbarometer laat zien of de wind in de zeilen waait, of dat het roer snel om moet omdat er zwaar weer op komst is.
Geef een reactie