De bevolking in de grote steden in Nederland blijft groeien. Over de laatste vijf jaar valt er zelfs een versnelling van deze groei waar te nemen, blijkt uit het rapport “De stad: magneet, roltrap en spons”.
De bevolkingsgroei van steden in Nederland gaat door en zelfs in een versnelling blijkt uit rapportages van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), gebaseerd op cijfers over verhuisbewegingen tussen steden en (omliggende) dorpen getiteld: “De stad: magneet, roltrap en spons“.
De groei verklaard
De groei volgt onder meer uit het feit dat steeds meer jongeren naar steden trekken en er bij omliggende gemeenten juist het omgekeerde het geval is, daar is de groei te verwaarlozen. Jongeren trekken naar de stad voor studie (het “magneet-effect”) en vervolgens hun eerste carrierestappen (het zogenaamde ‘roltrap-effect’). Door het grotere woningaanbod in steden zoeken deze groepen, bijvoorbeeld getrouwd, of samenwonend en met kinderen vervolgens ook een woning binnen de stad of de stadskernen, het “spons effect” genoemd.
Nieuwe stadsgebieden in zwang
De omgekeerde gang wordt nog steeds gemaakt.Maar gezinnen trekken veel minder naar omliggende dorpen dan vroeger. Stadskernen, zoals door de overheid ertoe aangewezen om uitdijende steden te ontlasten, zoals Zoetermeer en Nieuwegein, zijn steeds minder in trek. In tegenstelling tot nieuw ontwikkelde stadsgebieden als IJburg (Amsterdam) en Ypenburg (Den Haag).
Vergrijzing vergt aanpassing
Het is nog onzeker of deze ontwikkeling zich zal doorzetten, met het oog op een teruglopende bevolkingsgroei onder de jeugd en vergrijzing. Dit noopt op termijn tot aanpassingen op het gebied van wederzijdse afhankelijkheid van steden en omliggende gemeenten. Het PBL pleit dan ook voor meer regionale afstemming tussen gemeenten “om samen een breed palet van aantrekkelijke woonmilieus te bieden. Het is belangrijk om zich niet alleen te richten op het accommoderen van groei, maar ook op het bestrijden van overproductie of inefficiënte concurrentie binnen de stadsregio. Het vraagt om een beleid dat rekening houdt met de bevolkings- en huishoudensontwikkelingen op de langere termijn. Daarbij past een vraaggerichte woningbouwstrategie met veel ruimte voor flexibel bouwen.”
Deze studie is tot stand gekomen door samenwerking van het PBL met de Universiteit van Amsterdam en de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Eindhoven, Groningen, en Almere en de provincies Zuid-Holland en Noord-Holland.
Geef een reactie