De provincies, gemeenten en het Rijk hebben een actieplan opgesteld waarin is afgesproken om de procedures rondom het realiseren van windparken te versnellen.
Uit de Monitor Wind op Land 2015 blijkt dat er extra inzet nodig is om het doel uit het Energieakkoord om in 2020 voor 6000 MW aan windmolens op land te hebben staan, te behalen. Daarom hebben IPO, VNG, Rijk (EZ en I&M), NWEA, Netbeheer Nederland en Stichting Natuur & Milieu een actieplan opgesteld.
De decentrale overheden en het Rijk spreken gezamenlijk het vertrouwen uit dat deze maatregelen zullen leiden tot de benodigde versnelling in het ontwikkelen van windparken op land. In het actieplan is afgesproken dat provincies een strakkere regie gaan voeren op het proces om een windmolenpark te bouwen. Daarnaast zal meer ondersteuning worden geboden aan initiatiefnemers en aan de overheden die hun plannen moeten beoordelen, onder meer via de inzet van een gebiedscoördinator. Verder worden maatregelen genomen om andere problemen op te lossen die de bouw van windmolenparken kunnen vertragen, zoals onduidelijkheid over beperkingen vanuit luchtvaartveiligheid, verstoring van radarbeelden of restricties bij het bouwen op of nabij waterkeringen.
Gerben Dijksterhuis van de VNG-commissie Energie en wethouder in Zeewolde: “Er ligt een grote opgave voor schone energie. Dat betekent dat we daarbij ook windmolens nodig hebben om de doelstellingen te halen. Bij de komst van windmolens is het belangrijk om oog te hebben voor zorgvuldige processen en gemeenten en hun inwoners in een zo vroeg mogelijk stadium te betrekken. Alleen op die manier kunnen we de opgave op het gebied van schone energie halen.”
Geef een reactie