Op 1 januari 2014 stonden veertien op de honderd maatschappelijke vastgoedobjecten leeg. Het gaat hier bijvoorbeeld om scholen, musea, sportaccommodaties en ziekenhuizen. Naar verhouding waren in Limburg en Drenthe de meeste van deze openbare voorzieningen buiten gebruik.
De leegstand van maatschappelijk vastgoed was hoger dan die van woningen, maar lager dan die van kantoren en industriële objecten. Dit meldt CBS.
Ziekenhuizen en scholen
Leegstand onder maatschappelijk vastgoed doet zich met name voor bij objecten met een gezondheidsfunctie. Van deze objecten, waaronder ziekenhuizen en praktijkruimten, stond 18 procent leeg. Bij sportfaciliteiten (bijvoorbeeld zwembaden en sporthallen) was dit 16 procent. Ook meer dan één op de tien bijeenkomstencentra (kerken, congrescentra) en onderwijsinstellingen (scholen en universiteiten) was volgens de officiële registraties niet in gebruik. Woningen stonden minder vaak leeg dan maatschappelijk vastgoed, kantoren vaker.
Per 1 januari 2014 telde Nederland ruim 108 duizend vastgoedobjecten met een maatschappelijke functie, dit is 1,4 procent van de totale vastgoedvoorraad. Woningen vormden bijna 93 procent van het vastgoed, de resterende vastgoedtypen maakten iets minder dan 6 procent van het totaal uit.
Vooral in Limburg en Drenthe leegstand maatschappelijk vastgoed
Begin 2014 stond 18 procent van het maatschappelijk vastgoed in Limburg leeg. In Drenthe was dit 17 procent. In Limburg ging het vooral om bijeenkomstencentra, in Drenthe om gezondheidsinstellingen. In Flevoland, Friesland en Zeeland was de administratieve leegstand onder vastgoed met een maatschappelijke functie het laagst (12 procent). In deze provincies waren het bijeenkomstencentra en onderwijsinstellingen die minder vaak stonden dan in andere delen van het land.
Geef een reactie