Als de bouwsector zelf het toezicht op kwaliteit en veiligheid organiseert is er een grotere kans op incidenten als verzakking en scheurvorming en een achteruitgang van de kwaliteit in de bouw.
Dat blijkt uit een tussentijdse evaluatie van een proef in Den Haag, waar dagblad Trouw en het weekblad Cobouw inzage in hadden.
Het idee voor de proef komt van minister Blok voor Wonen. Die wil de verantwoordelijkheid voor het toezicht op veilig bouwen weghalen bij de gemeenten. Bij de proef in Den Haag mochten bouwbedrijven het toezicht zelf regelen door kwaliteitsbureaus in te huren. De gemeente keek overigens wel over hun schouder mee.
In het gemeentelijk evaluatierapport staat dat de gemeente dat bij de bouw van 437 woningen deed. Bij vier van de tien projecten moest de gemeente ingrijpen. Bij twee projecten legden de gemeentelijke controleurs de bouw zelfs stil wegens instortingsgevaar. Bij andere woningen leidde de nieuwe manier van werken tot een tekort aan ventilatiemogelijkheden of gebrekkige isolatie.
Waar het wel goed gaat, ligt dat vaker aan “een toevallig goede aannemer of adviseur dan aan een goed systeem van kwaliteitsborging”, schrijft de gemeente.
De branchevereniging Bouwend Nederland erkent in Trouw dat de sector nog niet klaar is om het toezicht zelf in handen te nemen. Dat hoeft ook nog niet, omdat de wet die dat regelt op zijn vroegst in 2018 van kracht gaat worden. “Maar het moet voor gemeenten, private kwaliteitsbureaus, aannemers en architecten wel helder worden wie welke taken en plichten heeft”, zei een woordvoerder tegen Trouw.
Geef een reactie