Meer taken; veel minder medewerkers. Cijfers bevestigen deze trend bij gemeenten. “Al met al stemmen de cijfers in deze publicatie niet tot vrolijkheid.”
Nee, het is geen opgewekt schrijven van het ministerie van Binnenlandse Zaken (zie bijlage). Eerder zorgen worden bevestigd. De lokale arbeidsmarkt zit vast. Er is een massale exit van jonge ambtenaren gaande. Dan het laatste nieuws: de krimp houdt aan. “Al met al stemmen de cijfers in deze publicatie niet tot vrolijkheid.”
De gehele overheid krimpt voor het vierde jaar op rij, blijkt uit de cijfers van het ministerie. Het aantal ambtenaren is in 2013 gedaald met drie procent ten opzichte van het jaar ervoor. Bij de gemeenten ging het om een daling van vijf procent, van 163.115 naar 155.140. Waar zit de groei nog wel? Bij de gemeenschappelijke regelingen (van 30.843 naar 33.548).
2022
Tot en met 2022 zal de helft van de afzwaaiende (vaak pensionerende) ambtenaren niet worden vervangen. In totaal zijn er nog 923.531 mensen in overheidsdienst: 11,3 procent van de werkzame bevolking. Het dieptepunt lijkt evenwel gepasseerd, schrijft directeur Lucas Lombaers van Arbeidszaken Publieke Sector.
Heeft Lombaers nog meer goed nieuws? “Rechtspositioneel zijn veranderingen op komst”, schrijft de directeur.
“Het ambtenarenrecht maakt in 2017 waarschijnlijk plaats voor het burgerrecht. De verwachting is dat daarmee de overstap van overheid naar markt en andersom gemakkelijker wordt. De flexibiliteit op de arbeidsmarkt neemt hierdoor toe.”
Pensioen
Andere conclusies gaan over pensioenen en secundaire arbeidsvoorwaarden. Een derde van de ambtenaren zou meer keuzevrijheid willen hebben in de besteding van hun pensioenpremie, vooral medewerkers onder de 55 jaar. Verder zijn de secundaire arbeidsvoorwaarden bij ontslag wel goed zijn, maar de totale kosten hiervan liggen relatief lager dan in de marktsector gebruikelijk is, staat in de publicatie.
De reden: overheidswerkgevers zouden minder vaak een beroep doen op de bovenwettelijke en nawettelijke WW-regelingen.
Geef een reactie