Wat belemmert mensen om stappen te zetten? Om de topsporter in zich zelf naar boven te halen? Ik ken veel samenwerkingsprocessen waarin medewerkers vooral ‘naast elkaar werken’. Ze stribbelen vrolijk mee met initiatieven waar ze zich geen eigenaar van voelen. Ze doen mee omdat je fatsoenshalve niet tegen kunt zijn.
– c o l u m n –
Mijn column ‘Vernieuwing is topsport’ riep veel positieve reacties op. Dat is altijd leuk. Als columnist hoop je altijd dat je verhaal weerslag vindt in het denken van lezers. Je draagt dan in alle bescheidenheid je steentje bij aan de loop van bestuurlijke en maatschappelijke processen. Uit de reacties blijkt dat veel lezers de metafoor van topsport aantrekkelijk vinden. Dat is begrijpelijk. We identificeren ons graag met Dafne Schippers en Sven Kramer. En veel jonge vijftigers onder de mannelijke lezers voelen zich op zondagmorgen als ze de Amerongense Berg beklimmen eventjes Joop Zoetemelk die een touretappe op de Hollandse Berg wint. Topsporters zijn fijne rolmodellen.
Maar ze zijn ook gemeen. Vorige jaar schreef Roos Vonk een prachtig boekje met de titel ‘Je bent wat je doet’. Volgens Vonk houden we onszelf vaak voor de gek. We pakken de auto terwijl we makkelijk kunnen gaan fietsen, komen te laat op vergaderingen hoewel we ons doodergeren als een ander dat doet en slaan de tennistraining over omdat de borrel op kantoor uitliep. In ons hoofd zijn we allemaal topsporter, -bestuurder en -adviseurs. Het wachten is slechts op de erkenning daarvan. Mensen zitten in hoofd vol met goede daden, elegante overtuigingen en inspirerende ambities. Daar praten ze graag en veel over. Maar doen ze het ook?
Vorige week begeleidde ik een bijeenkomst van professionals van twee organisaties in de zorg die met elkaar (willen) samenwerken. Daar praten ze al een jaar over. De samenwerking komt moeilijk van de grond. Ambities zijn er genoeg. Bevlogen beleidsvisies op integrale dienstverlening en versterking van de zelfkracht ook. Pagina’s vol zijn er geschreven over regievoering, coördinatie en innovatie. De volgende stap wordt echter niet gezet. Eén van de professionals verzuchtte halverwege “We komen maar niet verder dan dit punt”. Je bent wat je doet. Praten over samenwerking is geen samenwerking. Wat belemmert mensen om stappen te zetten? Om de topsporter in zich zelf naar boven te halen? Ik ken veel samenwerkingsprocessen waarin medewerkers vooral ‘naast elkaar werken’. Ze stribbelen vrolijk mee met initiatieven waar ze zich geen eigenaar van voelen. Ze doen mee omdat je fatsoenshalve niet tegen kunt zijn.
Als ik deze observatie bespreek, krijg ik regelmatig als reactie dat er ‘inderdaad een verbindende visie op de samenwerking ontbreekt’. Daar ben ik het mee eens, maar wel op een andere manier dan bedoeld. Als je bent wat je doet, moet je niet praten over visie, maar je visie in daden tonen. Hoe krijg je dat voor elkaar? Topsporters worden beter als ze samen trainen. Elkaar uitdagen en stimuleren. Wekelijks op hoog niveau presteren. Kunnen we voor ambitieuze professionals zo’n omgeving creëren?
Volgens het SCARF-model van de Amerikaanse onderzoeker David Rock bepalen vijf factoren hoe mensen samen werken en leren: status, certainty, autonomy, relatedness & fairness. Dit boeiende model biedt veel praktische handreikingen. Leidinggevenden kunnen bijvoorbeeld ‘vrijplaatsen’ creëren waar professionals elkaar uitdagen, zichzelf zijn, zich zeker en veilig voelen, met elkaar verbonden en gewaardeerd. In deze vrijplaatsen maken deelnemers de topsporter in zichzelf wakker, ontdekken ze hoe ze elkaar stimuleren en inspireren. Verschillende gemeenten organiseren op basis van het SCARF-model (tijdelijke) leergemeenschappen waar professionals nieuwe kennis creëren en vaardigheden ontwikkelen. De resultaten daarvan vind ik inspirerend.
Ook tussen organisaties kunnen leerallianties en leernetwerken ontstaan. Serious Ambtenaar is een treffend voorbeeld. In het verleden bood de iNUP-academie van KING een waardevol platform voor professionele innovatie. En de PPO-academie biedt als vervolg hierop professionals gelegenheid om in een spannende context kennis te delen. Dergelijke initiatieven hebben een paar dingen gemeen: het leren is persoonlijk, uitdagend en veilig. We kunnen op deze manier een beetje Sven of Dafne in ons naar boven halen. Praten over samenwerken helpt niemand. Je moet het gewoon gaan doen.
Geef een reactie