De sociale gevolgen van krimp kunnen voor bewoners heel ingrijpend zijn, en daarom moeten gemeenten alerter worden op bijvoorbeeld de gevolgen voor scholen.
Dat stelt Jannie Schonewille tegen Zorg + Welzijn.
In Krimp in Beeld van kenniscentrum MOVISIE beschrijven Schonewille en haar collega Nada de Groot de gevolgen van krimp in Borger-Odoorn, een gemeente in het zuidoosten van Drenthe. De ballade van Rudyard Kipling is van toepassing op Borger-Odoorn; 'east is east and west is west, and never the twain shall meet'.
Het westelijke gedeelte van de gemeente, 'het zand' genoemd, bestaat uit de Hondsrug met aangrenzend het Drents Plateau en wordt vooral bewoond door kapitaalkrachtige tweeverdieners en senioren. Zij werden in de jaren '70 gelokt door mooie nieuwbouwwijken, bossen, heidevelden en zandverstuivingen. De dorpen in het oostelijke gedeelte, 'het veen', ontstonden in de negentiende eeuw na de afgraving van het veen; in dit gebied woont vooral de oorspronkelijke bevolking, in de huizen langs de inmiddels gedempte veenkanalen.
Starters
Een sterke bevolkingsdaling is er in Borger-Odoorn nog niet, maar aanwijzingen voor een forse krimp van de bevolking zijn er wel. In 2009 was het totale inwoneraantal ten opzichte van 2003 al met 1,1 procent gedaald.
Ter vergelijking: in Nederland groeit de bevolking gemiddeld met 1 procent. De veranderingen die de krimp met zich meebrengt zijn zeer verschillend in de twee gebieden, ziet Schonewille. 'In het zandgebied vergrijst de bevolking, en de jongeren die er wonen moeten wegtrekken vanwege het gebrek aan werkgelegenheid en betaalbare starterswoningen.'
Opbouwwerker Gerrit van Arragon vertelt dat in het veengebied vooral een risico op verpaupering bestaat. Dit komt mede doordat in het veen juist een overschot aan goedkope woningen is en hoger opgeleiden wegtrekken.
Onderwijs
De meest ingrijpende verandering als gevolg van krimp is in het onderwijs te merken. 'Het leerlingenaantal is in zes jaar tijd met een kwart gedaald en daardoor kregen scholen minder geld, waardoor sommigen moesten sluiten.' In Krimp in Beeld geeft wethouder Bruintjes toe dat die gemeente te laat de financiële problemen heeft onderkend. Er zijn nu plannen voor multifunctionele gebouwen met ook scholen daarin.
Leefbaarheid
De belangrijkste les van Borger-Odoorn is volgens Schonewille dan ook dat gemeenten goed moeten monitoren hoe de bevolking zich ontwikkelt, zodat een neerwaartse spiraal in de leefbaarheid tijdig ontdekt wordt. 'Bijvoorbeeld door een zogenaamde dorpsspiegel, waarbij ook bewoners actief gegevens verzamelen. Daarnaast moeten gemeenten zoeken naar manieren om voorzieningen bereikbaar te houden. Minder voorzieningen is door de toegenomen mobiliteit meestal geen probleem, maar wel voor kwetsbare inwoners.'
Ze noemt als voorbeeld de provincie Noord-Brabant, waar steeds meer bewoners coöperaties oprichten om winkels te behouden.
Geef een reactie