Door verschuivingen in de foodmarkt lopen gemeenten tegen planologische problemen aan. Juridisch komt de gemeente in een steeds lastiger parket en ontbreekt het aan flexibiliteit.
Je ziet ze steeds vaker Pick up points, waar je je online gedane bestelling ophaalt, bezorgservices als Albert en speciaalbezorgers met versproducten als bijvoorbeeld ‘De Krat‘. Supermarktketens komen met nieuwe concepten, denk aan ‘foodmarkten’, waar ook horeca in geïntegreerd is. Online winkelen wordt in de foodsector steeds groter: volgens specialisten zal het aandeel de komende vijf jaar verdrievoudigen. Horeca gelegenheden breiden op hun beurt weer uit met retail. Hotelketen Van der Valk opende bij enkele van hun hotels versmarkten en restaurants openen winkels waar food en non-food artikelen te koop zijn.
Blurring
Het fenomeen ‘Blurring‘ is in opkomst, grenzen binnen een sector ‘vervagen’. Een fenomeen dat in de foodbranche momenteel heel erg zichtbaar wordt. Nieuwe concepten vragen om nieuwe oplossingen. De grenzen tussen horeca en detailhandel, groothandel en detailhandel en logistiek en detailhandel verschuiven en vervagen. Advocatenkantoor Lexence en Bureau Stedelijke Planning hebben een aantal cases bestudeerd en adviseren de gemeentelijke overheid om zich bij plannen en ruimtelijke ordening vooraf flexibeler op te stellen.
Planologische uitdaging
Door blurring worden planologische grenzen steeds verder opgerekt en uitgedaagd. Vaak lopen gemeenten tegen plannen aan die juist bewust worden gekozen om creatief gebruik te maken van planologische regels.. Supermarkten zijn maar één schakel in de (detail)handelsketen geworden. Waar volgens een bestemmingsplan op een bedrijventerrein wél een distributiepunt mag zitten, mag er volgens datzelfde plan echter geen horeca of foodretail zijn gevestigd. Hierdoor is een pick-up point strikt genomen verboden.
Ruimtelijke ordening en conflicterende belangen
Deze ontwikkelingen vragen planologisch en logistiek steeds meer van gemeenten. De traditionele supermarkt dijt en breidt uit over de buurt, wijken en zelfs bedrijfsparken. De bezorgservices vragen gemeenten om aanpak van logistieke problemen. Juridisch zijn gemeenten hier nog niet op ingericht en is er onduidelijkheid wat betreft de ruimtelijke ordening. Bestemmingsplannen hebben strikte definities van horeca, detailhandel en logistiek. Om nieuwe vormen wel te kunnen huisvesten en borgen zijn er derhalve wijzigingen in die plannen nodig. Buurtbewoners en ook concurrenten maken vaak –met succes- gebruik van de hiaten in de wet om plannen te dwarsbomen.
Flexibiler bestemmingsplannen de oplossing
Gemeenten worden nu gedwongen om een (afwijkings)procedure te volgen rondom de vestigingsplannen van een blurvorm. Dit werkt frustrerend op de plannen van ondernemers, maar gemeenten merken zo keer op keer weer het strakke keurslijf van (hun eigen) ruimtelijke ordening. Lexence en Bureau Stedelijke Planning adviseren gemeenten om flexibeler vormen van bestemmingsplannen te creëren. Indien hierin rekening wordt gehouden met blurring kan de gemeente nieuwe concepten (blijven) faciliteren. Als een bestemmingsplan ‘aan de voorkant open staat’, zo wordt geconcludeerd, kan een een gemeente in samenspraak met alle betrokkenen, ondernemers en burgers de grenzen flexibeler vaststellen. Ofwel steeds per specifiek geval grenzen hier binnen stellen. In samenspraak met alle betrokkenen, zowel ondernemers als burgers. Volgens Lexence: “De werkelijke macht ligt bij de gemeente. Als zij niet wil meewerken betekent dit vaak het einde van een nieuw initiatief.”
Kruimelafwijking
Tot die tijd overigens kunnen zij gebruik maken van een zogenaamde kruimelafwijking. Waarbij via een eenvoudige standaardprocedure van circa 8 weken met bestemmingsplan strijdige plannen kunnen worden geweerd.
Het onderzoeksrapport is hier op te vragen
A Biels says
Niet ‘de fodbranche’ veroorzaakt opschudding, niet de ‘blurring’, ‘online retailing’ veroorzaken opschudding. Het zijn normale, en tot nog toe redelijk voorspelbare maatschappelijke en economische ontwikkelingen.
De opschudding zit ‘m voornamelijk in het onvermogen van de overheid, landelijk en lokaal, om even snel en even adequaat in te spelen op deze ontwikkelingen. De overheid zit een beetje suffig aan de zijlijn toe te kijken.