Waar iedereen een ministerie van Ruimte verwachtte waarbinnen Verkeer & Waterstaat en VROM samengevoegd zouden worden, blijkt Rutte andere keuzes gemaakt te hebben. Zijn dit de juiste keuzes?
– COLUMN –
Het kussen wordt flink opgeschud in Den Haag. Gelukkig heeft de Rijksoverheid sinds enige tijd één huisstijl, anders hadden minstens 10 logo’s van ministeries aangepast kunnen worden! We houden 11 ministeries over en er wordt vrijelijk geschoven met portefeuilles tussen de departementen. Op ruimtelijk gebied wordt de boel aardig uit elkaar getrokken.
Worden hier de problemen mee opgelost waar dit land mee kampt? Ik denk het wel, maar zie ook een duidelijke bedreiging.
Geschiedenis
Als eerste gaat Volkshuisvesting in 1901 naar Binnenlandse Zaken. Op dat departement is het gebleven tot in 1945 het ministerie voor Openbare Werken opgericht werd. Tot aan de totstandkoming van de Woningwet in 1901 was er in Nederland nauwelijks sprake van enige ruimtelijke ordening. De woningwet veranderde dat, maar bracht nog weinig helderheid. De wet had ten doel mensen ordentelijke woningen aan te bieden en dat was een puur binnenlandse aangelegenheid.
Ook Sociale Zaken zat in die tijd bij Binnenlandse Zaken. Op de dag van het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, 10 mei 1940, presenteerde een commissie haar eindrapport met daarin het advies ruimtelijke ontwikkeling en volkshuisvesting aan elkaar te verbinden. Dit was de opmaat naar een eigen ministerie. Daar kwam het uiteindelijk na afloop van de oorlog van met wederopbouw als focus.
BZK
Het onderbrengen van Volkshuisvesting bij Binnenlandse Zaken – waar ook Integratie een plaats krijgt – is dus niet nieuw. Het onderstreept dat dit een interne aangelegenheid is van een land en daarom bij BZK thuishoort. Vanuit een ander perspectief bekeken, stijgt volkshuisvesting in aanzien. Het departement van Binnenlandse Zaken is immers van oudsher het belangrijkste ministerie dat we kennen.
Tenslotte lezen we in het regeerakkoord dat ruimtelijke ontwikkeling en wonen meer en meer een taak van gemeenten en provincies wordt. De overgang van deze portefeuille naar Binnenlandse Zaken laat zien dat het Rijk niet meer inhoudelijk gaat sturen op Volkshuisvesting, maar procesmatig.
Briljante zet
Dan het samenvoegen van Verkeer&Waterstaat met Milieu tot het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Vanuit stakeholdermanagement-optiek een briljante zet. De grootste criticasters bij de aanleg van nieuwe wegen zijn de natuur- en milieuorganisaties. Voorheen spraken zij met een andere minster waardoor tweespalt op het dossier ontstond tussen twee bewindslieden. Dat hebben we gezien bij de Ring om Utrecht waar milieuminister Cramer een ander standpunt innam dan verkeersminister Eurlings. Voor lobbyisten wordt het echter een stuk lastiger. Zij kunnen minister en departementen niet meer uit elkaar spelen. De naam Infrastructuur is een subtiele verwijzing naar de bouwambities van het nieuwe kabinet.
Dan de positie van Natuur. Veel mensen hadden gehoopt dat dit toegevoegd zou worden aan het nieuwe combinatie departement rond ruimte. Het verhuist echter naar verwachting mee met Landbouw naar Economische Zaken. Met deze stap wordt expliciet duidelijk gemaakt dat natuurbeheer meer en meer bij de agrarische sector komt te liggen, zoals het regeerakkoord ook vermeldt. Stemmen in Den Haag beweren dat de toevoeging van Natuur aan Ruimte met Milieu daarbij, een te sterk links georiënteerd departement zou worden.
Maar waar is tenslotte Ruimtelijke Ordening gebleven?
Onder de ministers Vogelaar en Cramer werd dit onderdeel van de portefeuille ook niet meer specifiek genoemd. Vogelaar deed Wonen, Wijken en Integratie en Cramer Milieu. Formeel was deze laatste overigens de echte minister van VROM en daarmee had zij ruimtelijke ordening in haar pakket. In de praktijk stuurden ambtenaren dit beleid aan. Ik vermoed dat het nu helemaal verdwijnt.
In het regeerakkoord gaat de taak in zijn geheel naar de provincies en gemeenten. Het is wel opvallend dat er in dat akkoord met geen woord gerept wordt over wat deze bestuurslagen nu met ruimtelijke ordening moeten doen. En wie gaat straks de lastige keuzes maken ten aanzien van krimp in het ene deel van Nederland en groei in het andere deel?
Regie
Alles overziend zou ik er sterk voor pleiten dat het ministerie van Infrastructuur en Milieu ook de coördinerende taak blijft houden op ruimtelijk gebied. Zeker nu het domein ruimte toch weer over drie ministeries verdeeld wordt, is regie noodzakelijk om te zorgen dat de juiste keuzes gemaakt worden.
Gemeenten en provincies kunnen die keuzes grensoverstijgend niet maken en een krimpprovincie kan niet alleen belast worden met het oplossen van haar problemen net zo goed als een groeiprovincie niet alleen mag profiteren van haar groei.
Luc Dietz is als adviseur werkzaam in de ruimtelijke ordening, bouw, vastgoed en infrastructuur en was ondermeer secretaris van de Denktank Bouwen met Maximale Doorstroming.
Geef een reactie