Ketenzorg, gecoördineerd door de provincie, met de bedoeling dat de twaalf gemeenten in Drenthe in 2016 alle jeugdzorg organiseren. Dat is de bedoeling van een pilot om de zorg naar het lokale niveau te brengen. Wat gaan ze doen?
Het Rijk is van plan de jeugdzorg onder te brengen bij de gemeenten. Nu zijn meerdere bestuurslagen daar nog mee bezig, die hun budget ontvangen vanuit verschillende bronnen. De pilot is een proeftuin voor het slagen van deze overgang, vindt ook het kabinet Rutte-Verhagen. Het gaat om de provinciale jeugdzorg, de jeugd GGZ, de voor jongeren georganiseerde eerstelijnszorg en de gesloten jeugdzorg.
De bedoeling is te komen tot een sluitende en meetbare aanpak van de jeugdzorg. De aanpak moet de instroom naar zwaardere zorg voorkomen. Verder moeten ouders in twee stappen het juiste aanbod van zorg kunnen vinden.
Logisch vervolg
De tot 2009 waarnemend Commissaris van de Koningin in Drenthe, Anneke Haarsma, ziet de pilot als een logisch vervolg op het jeugdzorgbeleid van de provincie. “Wij hebben geen blauwdruk klaarliggen”, benadrukt Haarsma. “De visie van de provincie richt zich vooral op een sluitende aanpak van partijen in de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG), waarbij een belangrijke rol is weggelegd voor het onderwijs en lokale voorzieningen. Het is aan gemeenten om te bepalen hoe een en ander wordt ingericht.”
Het is de ambitie om het werk van Bureau Jeugdzorg over te hevelen naar de Centra voor Jeugd en gezin. Het gaat aanvankelijk om twee belangrijke taken: casemanagement en het momenteel nog bij de Bureaus Jeugdzorg ondergebrachte Advies en Meldpunt Kindermishandeling. De verwachting is dat vooral op het gebied van het casemanagement en de aanmeldingen binnenkort al concrete afspraken zijn te maken.
Indicatiestelling
“Ook de indicatiestelling door Bureau Jeugdzorg verdwijnt”, geeft Haarsma als voorbeeld. “Nu is het nog zo dat het acht weken kan duren voordat een cliënt in een traject komt. Dat duurt veel te lang. Door deze indicatietaak om te zetten naar een verwijzing in het CJG, willen we ervoor zorgen dat iemand binnen 24 uur in een verwijstraject zit. Dat kan, omdat alle disciplines samen in een centrum zitten.”
Wat dit allemaal voor de professionals betekent, kan Haarsma nog niet zeggen. “Het is aan Bureau Jeugdzorg en de gemeenten hoe zij deze wijziging invullen. Of dat een reorganisatie wordt, of een andere manier van werken, kan ik niet zeggen. Het zou wel zo kunnen zijn dat de medewerkers meer moeten reizen, als zij in een CJG terecht komen. Tijdens de pilot moet blijken wat wel of niet werkt.”
Gon Mevis says
De aanpak in Drenthe lijkt me zeker de moeite waard, de reactie van Henk van der Meer te negatief. Waar nu veel tijd verloren gaat met indicatiestellingen en verwijzingen, biedt de benadering in Drenthe de kans om meteen ondersteuning te bieden zonder verwijzing naar andere loketten. Drenthe heeft denk ik de goede maat om het samenspel provincie en gemeenten te oefenen. Indien centrumgemeenten een trekkende rol krijgen kan dit in andere provincies navolging krijgen. Let wel op, CJG moet laagdrempelig blijven, ook voor allerlei alledaagse vragen en probleempjes. Vindt verdringing plaats dan zijn we straks weer terug bij af. (zie mijn bijdrage in ‘Jeugdbeleid’ december 2010)
Henk van der Meer says
“…om tot een sluitende en meetbare aanpak te komen”. Dat lees je wel vaker. Wie heeft de huidige provinciale jeugdzorg ingericht? Is die dan zo lek? Of zo ongrijpbaar? En als je die (redelijk goed bekend staande) organisatie nou weer afbreekt…. Hoe lang staat die al? Voordat een nieuwe net zo sluitend is als de huidige, zijn we weer een paar jaar verder. Dat Haarsma niet kan zeggen of het een reorganisatie wordt, spoort absoluut niet met de rest van het verhaal, waarin geclaimd wordt dat bv casemanagement en indicatiestelling naar gemeenten zullen gaan. (Hebben ze daar dan mensen over die dit vak allemaal kennen? Kan er uit de provincie zoveel personeel naar ?lle gemeenten?). Maar het geeft nog hoop op een heel geleidelijk traject, waarin weinig kennis verloren gaat.