De centrale ondernemingsraad (COR) van de gemeente Rotterdam stapt naar de rechter om in kort geding te eisen dat een ingrijpende bezuinigingsmaatregel bij wijze van voorlopige voorziening wordt teruggedraaid.
Het gaat om de maatregel proeftijdaanstellingen niet langer om te zetten in een vaste aanstelling, ook bij naar behoren functioneren van de medewerker.
Nadat de COR de nietigheid van (onder andere) deze maatregel had ingeroepen, heeft de gemeentesecretaris laten weten toch door te gaan met de uitvoering. Toen uiteindelijk bleek dat de standpunten van werkgever en werknemer te ver uiteenliepen, heeft de COR een kort geding aangespannen. Beide partijen zijn overigens nog wel in gesprek met de intentie om het op te lossen voordat de gang naar de rechter gemaakt moet worden.
De COR stelt dat de gemeente zich met deze maatregel manifesteert als een onbetrouwbare werkgever, dat de wettelijk verplichte raadpleging van de medezeggen-schap niet heeft plaatsgevonden, en dat de maatregel schade toebrengt aan het functioneren van de gemeentelijke organisatie.
Verder is er bij de ondernemingsraad grote twijfel dat de zogenoemde escalatieprocedure (waarin wordt gekeken of er voor de betrokken collega een uitzondering mag worden gemaakt) eerlijk genoeg verloopt.
Tot aan het bestreden collegebesluit was het bij de gemeente de gewoonte dat wie in zijn of haar proeftijd goed bleek te functioneren, daarna op een vaste aanstelling kon rekenen.
Het kort geding dient op 29 september 2011 bij de rechtbank Rotterdam.
Geef een reactie