“Het is onduidelijk wie, wanneer, op welk niveau, welke maatregelen, besluiten of projecten oppakt om de decentralisatie te verwezenlijken.” Kamerleden vrezen dat de continuïteit van jeugdzorgtaken niet te garanderen is.
Dat veel onduidelijk is, loopt als een rode draad door de kritische rapportage van de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd, de aanleiding voor zorgen in de Tweede Kamer. “De gezamenlijke verantwoordelijkheid van de bestuurspartners heeft er tot op dit moment niet toe geleid dat de juridische, bestuurlijke en financiële kaders voor de decentralisatie helder zijn”, staat in het rapport.
Er is te weinig vooruitgang geboekt bij het overhevelen van alle jeugdzorgtaken naar de gemeenten, stelt de commissie. “Er is sprake van verschillende programma- en projectorganisaties, er wordt dubbel werk verricht, er is geen taakverdeling afgesproken tussen de overheden en partners, kritieke tijdpaden zijn niet inzichtelijk en landelijke, lokale en regionale trajecten zijn niet op elkaar afgestemd.” Ook een gedragen concept wetsvoorstel ontbreekt.
Kamervragen
Kamerlid Mona Keijzer stelt daarom vragen aan de staatssecretarissen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Veiligheid en Justitie. “Kunt u toezeggen dat de termijnen waarbinnen overkoepelende planningsdocumenten, de wettelijke, bestuurlijke en financiële kaders en de afspraken over continuïteit van zorg gehaald worden en hierover aan de Kamer rapporteren?” is de centrale vraag.
Er komt eerst een algemeen overleg en later nog een debat in de Kamer over het decentraliseren van de Jeugdzorg.
Coördinatie VNG
De transitiecommissie vraagt staatssecretaris Martin van Rijn van Volksgezondheid deze maand nog te komen met een overkoepelend planningsdocument. Uiterlijk 31 mei moeten gemeenten aangeven met wie en hoe ze gaan samenwerken om van deze taken een succes te maken. Het Rijk en de VNG houden hierbij een vinger aan de pols.
“De monitorcommissie zal vooral kijken of:
- de gekozen samenwerking een schaal heeft die efficiënt is en een samenhangend verzorgingsgebied kent (gezien omvang cliëntenstroom c.q. aantal aanbieders);
- de gekozen samenwerking voldoende basis biedt voor goed risicomanagement;
- er geen ‘witte vlekken’ zijn;er voldoende voortgang is bij de operationalisatie van de gekozen schaal/samenwerking;
- de gekozen samenwerking regie richting en partnerschap met (grote) maatschappelijke en zorginstellingen goed kan realiseren.”
Haast is geboden. In 2015 staan de gemeenten aan het roer, terwijl ze volgens de transitiecommissie vaak slechts een stip aan de horizon hebben gezet.
______________________________________________________________________________________________________
Congres Integrale Jeugdzorg:
voor het antwoord op de vraag hoe gemeenten regisseur kunnen worden van de taken >>
Geef een reactie