Minister Edith Schippers en staatssecretaris Martin van Rijn regelen dat de wijkverpleegkundige vanaf 2015 in het basispakket van de zorgverzekeringswet wordt opgenomen.
Dat staat in de nieuwe aanspraak Wijkverpleging die vandaag naar de Tweede Kamer is gestuurd. De wijkverpleegkundige krijgt net als de huisarts een centrale plek in de wijk. Er gaat ongeveer 3 miljard euro naar de Zorgverzekeringswet voor wijkverpleging.
Mensen kunnen vanaf 2015 rechtstreeks of bijvoorbeeld via hun huisarts, Wmo loket of gezondheidscentrum in contact komen met een wijkverpleegkundige. Zij staat aan de zijde van cliënten bij het beoordelen van wat ze nodig hebben aan verpleegkundige zorg om langer thuis te kunnen wonen. De wijkverpleegkundige hoeft niet altijd de persoon te zijn die de daadwerkelijk zorg verleent. Het kan ook verleend worden door een verpleegkundige, een verzorgende of een casemanager dementie. De wijkverpleegkundige coördineert alle zorg rondom de cliënt en stemt af met andere hulpverleners, zoals de huisarts, medisch specialist en de maatschappelijk werker.
Geen uurtje factuurtje
De wijkverpleegkundigen krijgen straks de ruimte om zelf in te schatten hoeveel tijd er nodig is voor een cliënt, meldt het ministerie. Ze worden dus niet op pad gestuurd met de boodschap dat ze maar x minuten of uren per cliënt mogen besteden. “De wijkverpleegkundige in een nieuw jasje dus, zonder stopwatch”, aldus Van Rijn. Op deze manier krijgen ze ruimte voor inzet van hun professionaliteit.
Richtlijn wijkverpleging
De beroepsgroep voor verpleegkundigen en verzorgenden Nederland (V&VN) ontwikkelt een richtlijn waarin wordt omschreven hoe een wijkverpleegkundige beoordeelt wat een cliënt aan zorg nodig heeft en hoe de aansluiting met gemeentelijke ondersteuning in praktijk vorm zal kunnen krijgen.
Geef een reactie