Scholen die al begonnen zijn met het zogeheten passend onderwijs zijn na een jaar gematigd positief.
Dat schrijft de Volkskrant op basis van een rondgang langs directeuren, rectoren en andere schoolbestuurders. De scholen zijn vooral blij dat ze meer vrijheid hebben om het beschikbare geld naar eigen inzicht te besteden. Het geld wordt bijvoorbeeld gestopt in een klassenassistent, aanpassingen aan het gebouw of kleinere klassen.
De schoolbestuurders zijn verder te spreken over de snelheid waarmee ze de zorgleerlingen kunnen helpen.
Een massale verhuizing van kinderen uit het speciaal onderwijs naar regulier onderwijs is uitgebleven in de pilotregio’s. Vooral in de kleuterklassen en de brugklassen stromen nieuwe zorgleerlingen in, waardoor de overgang geleidelijk gaat.
Op orde
De Algemene Onderwijsbond (AOb) benadrukt dat de pilotregio’s hun zaken allemaal goed op orde hadden. “Daarom konden ze eerder beginnen. In de rest van het land zijn leerkrachten veel minder betrokken bij de invoering van passend onderwijs”, aldus een woordvoerder in de krant. De bond vreest dat mensen die niet voor de klas staan straks bepalen wat er in de klas moet gebeuren.
De Wet passend onderwijs gaat in op 1 augustus. Elke school moet vanaf die datum een passende plek bieden aan kinderen met een beperking. Dat zijn bijvoorbeeld kinderen met een leerachterstand, autisme, ADHD of een verstandelijke beperking. Het passend onderwijs moet bijdragen aan meer acceptatie van kinderen met een beperking.
Geef een reactie