Steeds meer mensen weten de weg niet meer te vinden in het ingewikkelde nieuwe zorgsysteem. Ze worden van het kastje naar de muur gestuurd en klagen over de kennis van de helpdeskmedewerkers en over de gebrekkige communicatie.
Dit stelt MEE Nederland naar aanleiding van de uitkomsten van haar eerste monitoring. De monitoring is gebaseerd op de ervaringen van ruim 2.000 MEE-consulenten, die in 96% van de gemeenten actief zijn. De uitkomsten zijn naar de staatssecretaris van VWS en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) gestuurd.
Uit de monitor blijkt dat cliëntenondersteuners van MEE steeds meer signalen ontvangen over burgers die in de problemen komen omdat instanties problemen naar elkaar doorschuiven. Op dit moment ziet MEE dat vooral bij cliënten waar zorg en maatschappelijke ondersteuning moeten aansluiten op onderwijs en participatie. Daarnaast hoort de organisatie van meerdere kanten dat de capaciteit in sociale teams tekort schiet om vooral de meest kwetsbare burgers goed en op tijd te ondersteunen. Op meerdere plaatsen ontstaan wachttijden en wachtlijsten, vooral voor mensen met een beperking en een GGZ-achtergrond.
Een terugkerend thema is dat cliëntondersteuning in veel gemeenten niet herkenbaar georganiseerd is als een afzonderlijke dienstverlening en taak. De cliëntondersteuning is daarom voor de burger slecht vindbaar en men is niet op de hoogte van de mogelijkheid om bijgestaan te worden bij toegangs- en toekenningsbeslissingen van de gemeente. Gemeenten zijn wettelijk verplicht om burgers hiervan op de hoogte te stellen, maar dat is lastig als cliëntondersteuning niet bestaat als herkenbaar aanbod. Een onafhankelijke cliëntondersteuner die naast de kwetsbare of zorgbehoevende burgers staat is echter onmisbaar, aldus MEE Nederland. De organisatie pleit er daarom voor dat zo spoedig mogelijk in alle gemeenten de onafhankelijke cliëntondersteuning herkenbaar wordt geregeld en voldoende beschikbaar is zoals de wetgever ook heeft bedoeld.
H Marchand says
Tja,
is wel beetje ‘slager keurt eigen vlees’-onderzoek met uitkomst om eigen product uit te bouwen. Ook de conclusie ‘capaciteit sociale teams’ lijkt kort door de bocht. Gezien het feit dat er wachttijden ontstaan voor meer kwetsbare groepen is de conclusie misschien eerder gerechtvaardigd dat je kwetsbare groepen sneller moet doorzenden naar triagepunten waar men meer kennis heeft op dat terrein. Ook is het opbouwen van caseload een dubieus verschijnsel binnen sociale teams, men is nog zoekende natuurlijk maar lijkt me dat je je dan nog even beperkt tot een wat meer enkelvoudige, lichtere psychosociale problemen, dat lijkt me voorlopig even genoeg om de tanden in te zetten ten tijde van een opbouwfase op alle fronten.