Jongeren en kinderen kunnen niet meer terecht bij hun eigen vertrouwde psycholoog. Omdat de gemeente voor jeugdhulp contracten heeft met psychologen binnen de woongemeente.
Aldus het Nederlands Instituut van Psychologen.
Onder psychologen is grote onduidelijkheid over de bekostiging van de zorg die zij verlenen aan kinderen en jongeren. De psychologen hebben moeite met de complexe administratie van aanbesteding en contractering. Bovendien blijkt dat jongeren niet meer terecht kunnen bij hun eigen vertrouwde psycholoog, omdat de gemeente alleen zorgcontracten sluit met psychologen binnen de eigen gemeente. Dat blijkt uit een enquête onder vrijgevestigde psychologen van het Nederlands Instituut van Psychologen NIP.
Jeugdhulp gestegen
Uit cijfers van het Centraal bureau voor de Statistiek blijkt dat de jeugdhulp in de eerste drie maanden van 2015 behoorlijk is gestegen ten opzichte van meetjaar 2012. In het eerste kwartaal van 2015 kregen 214 duizend jongeren jeugdhulp. Dat is ongeveer 60 procent van het aantal jongeren dat in het gehele jaar 2012 jeugdhulp ontving. Maar, zo nuanceert het CBS, vanwege de invoering van de Jeugdwet per 1 januari 2015 was het aantal inschrijvingen vooral vanwege administratieve redenen zeer groot. Dit geeft een vertekend beeld van de werkelijke in- en uitstroom in het eerste kwartaal van 2015.
Veel meer jongens dan meisjes maken gebruik van jeugdhulp: in totaal kregen 85 duizend meisjes en 129 duizend jongens hulp. De meeste jeugdhulp wordt gegeven aan kinderen in de basisschoolleeftijd: de helft van alle jongeren met jeugdhulp was tussen 4 en 11 jaar oud. Verder werden bijna 80 procent van de jongeren ambulant geholpen op de locatie van de jeugdhulpaanbieder. Niettemin constateert het NIP toch dat dit steeds moeilijker wordt door gemeentebeleid.
In het eerste kwartaal van 2015 ontvingen 30.590 niet-westerse allochtone jongeren jeugdhulp. Dit komt overeen met 4,1 procent van alle niet-westerse allochtone jongeren in Nederland. Bij westerse allochtone jongeren is dit 4,2 procent. Deze percentages zijn lager dan bij de autochtone jongeren: vijf procent van de autochtone jongeren ontving jeugdhulp.
Einde jeugdhulp
Jeugdhulptrajecten worden vaak volgens plan beëindigd, aldus het CBS. Van alle 28.415 jeugdhulptrajecten die in het eerste kwartaal van dit jaar werden beëindigd, werden er 22 duizend beëindigd volgens plan. Dit komt overeen met 77 procent van de gevallen. Voor 11 procent van de jongeren werd de hulp voortijdig afgesloten in overeenstemming tussen cliënt en aanbieder. Eenzijdige beëindiging door de jeugdige of door de zorgaanbieder kwam respectievelijk in 4,6 en 1,9 procent voor.
Geef een reactie