Het LHBT-beleid dat is uitgerold, leeft. Het is duurzamer en vindt meer en meer borging op het gemeentelijk niveau. Dat stelt Movisie, het landelijk kennisinstituut voor sociale vraagstukken.
Over de problematiek van LHBT vluchtelingen mag niet overhaast beslist worden, dat stelt Movisie, het landelijke kennisinstituut en adviesbureau voor sociale vraagstukken. Ze wijst er, in aanloop naar hun congres ‘Veilig en weerbaar in de stad’ op dat ze achter het beleid van ‘safe houses’ voor direct bedreigde vluchtelingen staat. Deze safe houses zijn inmiddels opgegaan in aparte noodopvang-locaties, na een motie uit de Tweede Kamer. Maar over een verder beleid rondom de voorlichting over seksuele diversiteit aan vluchtelingen in de Nederlandse samenleving moet eerst gekeken worden naar reeds bestaande initiatieven. Hierbij moet onderzoek uitwijzen of die initiatieven ook nu nog, en voor deze groep, effectief zijn.
Seksuele diversiteit
‘Deze mensen komen –al dan niet getraumatiseerd- veelal uit een oorlogsgebied, zitten in een noodopvang, dan heeft het geen zin om ze direct te confronteren met onze normen en waarden. Daar zijn ze in dat stadium nog helemaal niet aan toe’, aldus Juul van Hoof van Movisie. Ze wijst er op dat uit eerder onderzoek blijkt dat er gewaakt moet worden voor een tegenovergesteld effect.
De houding ten aanzien van seksuele diversiteit van ons land is een onderwerp van gesprek bij de opvang en plaatsing van vluchtelingen. Het is onderdeel van de inburgering. Niet enkel voor de bedreigden in de noodopvang, maar voor iedereen die in Nederland wil wonen en werken. Van Hoof: ‘Laat duidelijk zijn dat niet alle Nederlanders positief staan tegen over LHBT’s. We moeten het gesprek erover blijven aangaan.’
Het beleid leeft!
Op het Movisie congres wordt onder andere gesproken over de vluchtelingenkwestie. Verschillende onderwerpen komen aan bod, gekoppeld aan de algehele stand van zaken rondom LHBT beleid in gemeenten. ‘Vanuit de landelijke visie zijn we inmiddels op lokaal niveau ver in ontwikkeling en uitvoering van beleid. Het leeft!’, vervolgt van Hoof. ‘We zien dat de lokale invulling heel goed uitrolt, de structuren zijn duurzamer aan het worden. Het beleid vindt meer en meer borging op het gemeentelijk niveau.’
Borging en verduurzaming
Het LHBT beleid wordt breder gedragen dan in enkel de regenboogsteden. Weert heeft zich daar als laatste bij gevoegd. ‘Er zijn nu 43 regenboogsteden. Medio volgend jaar loopt het traject af, dus het is een mooi resultaat als je weet dat er 50 uitnodigingen de deur uit zijn gegaan in 2012.’ Omdat het traject afloopt is het volgens Van Hoof juist van belang dat het LHBT beleid verder wordt geborgd, ‘want er is vanuit het ministerie nog geen enkele garantie over voortzetting. ‘ Hiertoe stelt Movisie diverse handreikingen aan gemeenten beschikbaar.
‘We worden door diverse partners, gemeenten, maar bijvoorbeeld ook het COC, erkend als kenniscentrum’, schetst Van Hoof de aanvullende rol die Movisie heeft gecreëerd. ‘Bijvoorbeeld het landelijke COC verwijst naar onze onderzoeken en handreikingen bij hun lokale afdelingen. Dus juist op lokaal niveau wordt onze kennis ingezet, zowel in beleid als door de uitvoerende organisaties.’
Het congres ‘Veilig en weerbaar in de stad’ is op 1 april te Utrecht .In de middag is er de paneldiscussie ‘Wijkgericht werken en LHBT’s’
Geef een reactie