De kostendelersnorm wordt niet toegepast als gemeente niet goed uitlegt wat de commerciële huurprijs inhoudt.
Het geschil speelde in Rotterdam en lijkt zo eenvoudig. Op het woonadres van een uitkeringsgerechtigde bleek nog een ander meerjarig persoon te wonen die ook nog eens huur betaalde. Weliswaar een huur die lager was dan dat in de Beleidsregels van Rotterdam is vastgesteld. De huurder betaalde 245 euro, de vastgestelde commerciële huurprijs is 271,90 euro. Maar voor de gemeente was het een uitgemaakte zaak, de kostendelernorm werd toegepast en de uitkering daarmee verlaagd. Het ingediende bezwaar werd terzijde geschoven en dus kwam het voor de rechter.
Commerciële prijs
De vraag die daar centraal komt te staan is: heeft de gemeente een juiste uitleg gegeven aan het begrip commerciële prijs?
Het begrip “commerciële prijs” moet door de gemeente zo worden uitgelegd, dat bij de vaststelling daarvan de verhouding tot zowel de geleverde prestaties dient te worden bepaald als hetgeen in het commerciële verkeer gebruikelijk is. En daar wringt in Rotterdam de schoen.
In de Beleidsregels, is een vaste ondergrens voor het vaststellen van de commerciële huurprijs opgenomen, zonder dat is voorzien in enig onderzoek naar de verhouding tot de geleverde prestaties. Wat dus betekent dat de gemeente uitgaat van een onjuiste uitleg van het begrip ‘commerciële prijs’.
En daarmee is het pleit beslecht, de gemeente had de kostendelersnorm niet mogen toepassen en zal dat besluit moeten terugdraaien.
Om in de toekomst dit te voorkomen zal de gemeente nieuwe uitgangspunten voor het beleid moeten vaststellen en dit ook meenemen in de Beleidsregels.
Geef een reactie