Kinderen uit gezinnen met een laag inkomen, met een niet-westerse achtergrond, of die woonachtig zijn in de vier grootste steden hebben vaker overgewicht.
Dit blijkt uit de Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor van CBS en RIVM. In 2015 had 12 procent van de kinderen in de basisschoolleeftijd (4 tot 12 jaar) overgewicht. Een derde hiervan, 4 procent van alle 4- tot 12-jarigen, had zelfs obesitas (ernstig overgewicht). Meisjes en jongens hebben even vaak overgewicht.
Inkomen
In de laagste inkomensgroep heeft bijna 1 op de 5 kinderen overgewicht, in de hoogste inkomensgroep iets meer dan 1 op de 20. Obesitas komt ook aanzienlijk vaker voor onder kinderen die opgroeien in een gezin met een laag inkomen.
Niet-westers
Kinderen met een niet-westerse achtergrond hebben eveneens vaker overgewicht dan hun autochtone leeftijdsgenoten: 22 tegenover 9 procent. Voor obesitas is dit achtereenvolgens 9 en 2 procent.
Grote steden
Kinderen die wonen in een van de vier grootste gemeenten hebben vaker overgewicht dan kinderen daarbuiten. Van de Amsterdamse, Rotterdamse, Haagse en Utrechtse kinderen heeft 18 procent overgewicht. In de rest van het land ligt dit op 11 procent. Dat komt doordat in de grote steden meer huishoudens met een lager inkomen en een niet-westerse achtergrond voorkomen.
Geef een reactie