Om burgers uit een sociaal isolement te halen en volwaardig te laten participeren hoeven gemeenten niet opnieuw het wiel uit te vinden over de hoofden van diezelfde burger heen.
– VISIE –
Dat je prima resultaten kunt behalen door die klant zelf te vragen wat hij nodig heeft, bewijst het project Rechtop! in Deventer. De gemeente deelde een jaar lang haar kennis en ervaring met andere gemeenten. Almelo en Noordoostpolder zijn al een soortgelijk project aan het opzetten.
Het ministerie van Sociale zaken en de VNG subsidieerde deze voorbeeldpositie van Deventer. Zij stelden IPW subsidie beschikbaar om een aantal gemeenten te ondersteunen, die ook het roer willen omgooien en de kandidaat willen versterken.
Deventer wethouder Margriet de Jager: “Vier jaar geleden heeft Deventer haar armoedebeleid fundamenteel herzien. We zien sociale armoede als een veel groter probleem dan financiële armoede. Wij wilden er graag wat aan doen maar wilden en konden de verantwoordelijkheid daarvoor niet alleen dragen. Wij wilden de kracht van de stad benutten en daagden ook organisaties en bedrijven uit om mee te doen.”
Wat is nieuw aan dit project?
“Ja, dat hoor ik ook en ook wij zeggen dat”, vertelt De Jager. “We gaan daarin alleen een flinke stap verder. We kijken niet alleen naar wat ze kunnen maar we vragen ook hoe ze hun doel denken te bereiken. Want juist daarin verschilt ieder mens. Participeren kun je niet afdwingen. Ik heb veel en vaak mensen gesproken bij Rechtop! en de grote overeenkomst tussen die mensen is dat ze allemaal verschillen. Als je effectief wilt werken, moet je goed kijken naar wat die persoon nodig heeft. Dat zijn overigens geen rare, dure of niet realistische vragen die ze stellen. Eens echt goed luisteren, de tijd nemen, met respect behandeld worden en niet direct in een hokje geplaatst worden, bijvoorbeeld. Het klinkt allemaal nogal logisch en basaal en dat is het ook. Ik merk wel dat het lastig is om vervolgens de vraag te beantwoorden: maar hoe doe je dat?”
Hoe doe je dat?
Door een visie te ontwikkelen over hoe je om wilt gaan met mensen die zijn afgehaakt is, niet mee doen in de stad. Geen werk, vaak veel vraag naar zorg en bijstand. Dat is een grote belasting voor de hele samenleving. Die is gebaat bij gelukkige, actieve en betrokken burgers. Die zijn nodig, als vrijwilliger, mantelzorger of arbeidskracht. En omdat zorg en bijstand dure voorzieningen zijn die je niet als lapje voor het bloeden moet gebruiken. Je moet de oorzaken voor die afhankelijkheid van voorzieningen proberen weg te nemen. En dat doen we met Rechtop!. de mensen leren zich zelf te helpen.
Je legt niet alleen een grote verantwoordelijkheidbij de klant zelf neer, maar vertrouwt ook op de kracht van de stad?
“De lokale overheid moet zich bezinnen op haar taken en positie. De tijd van 'wij weten wel wat goedvoor u is', is echt voorbij. We hebben Rechtop! op afstand gezet en terug in de samenleving. We sturen niet, we controleren niet voortdurend maar we willen natuurlijk wel resultaten. Dat betekent dus dat deelnemers in Rechtop! binnenkomen en na verloop van tijd ook zelf activiteiten ontwikkelen waaraan dan weer nieuwe deelnemers kunnen deelnemen. En zo door. Zo ontstaat een sneeuwbaleffect. Het maatschappelijk middenveld heeft een tijdje de kat uit de boom gekeken naar zoveel gekkigheid. Maar nu werken we heel goed met hen samen.”
Toch even naar concrete resultaten: Hoe meet je die?
“We moeten als overheid zorgvuldig met geld omgaan, zeker nu. Er is veel onderzoek gedaan naar de effecten van welbevinden, van geluk zeg maar, op de zorgbehoefte van mensen. Die neemt aantoonbaar af en zorg is duur, ook voor gemeenten. Denk maar aan bijzondere bijstand en Wmo. En verder zie ik soms mensen aan het werk gaan van wie ik me dat niet kon voorstellen toen ze voor het eerst binnen kwamen bij Rechtop!. Ik kan het dus niet eenvoudig calculeren maar reken eens uit wat het kost als zo iemand nog jaren in de bijstand zit.”
Rechtop! presenteert de resultaten tijdens een minisymposium in Deventer op 16 december.
Bertgeurtz says
Wel eens met de inhoud maar wel storende taalfout in titel. Vervang ‘ kan’ even door ‘kun’.