De Afdeling bestuursrechtspraak is van oordeel dat als iemand informatie opvraagt waarop een geheimhoudingsplicht rust, dat verzoek tegelijkertijd moet worden opgevat als een verzoek om die geheimhouding op te heffen.
De gemeenteraad van Het Bildt moet binnen twaalf weken een nieuw besluit nemen over de vraag of afspraken die de gemeente heeft gemaakt over de bouw van een woonzorgcentrum in Sint Annaparochie, geheim moeten blijven of niet. Dit blijkt uit een tussenuitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag.
Een journalist van de Leeuwarder Courant had op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) gevraagd om de afspraken openbaar te maken die de gemeente Het Bildt heeft gemaakt met de eigenaar van een supermarkt naast het woonzorgcentrum. Hij stuitte daarbij echter op een weigering van het college van burgemeester en wethouders, omdat de gemeenteraad eerder had besloten om de afspraken geheim te houden. De rechtbank Noord-Nederland oordeelde eerder nog dat de journalist geen belanghebbende was.
Dubbel belanghebbende
Het uitgangspunt dat als iemand informatie opvraagt waarop een geheimhoudingsplicht rust, dat verzoek tegelijkertijd moet worden opgevat als een verzoek om die geheimhouding op te heffen, heeft directe gevolgen voor deze zaak. Het betekent dat de indiener van een Wob-verzoek, in dit geval de journalist, zowel belanghebbende is bij het besluit op zijn Wob-verzoek als bij het besluit over het verzoek om de geheimhouding op te heffen. Omdat de gemeenteraad heeft volstaan met een enkele verwijzing naar de geheimhoudingsplicht zonder in te gaan op de bezwaren van de journalist daartegen, is dat besluit onvoldoende gemotiveerd.
Tussenuitspraak
De gemeenteraad krijgt twaalf weken de tijd om zijn besluit op het verzoek van de journalist om de geheimhouding op te heffen alsnog goed te motiveren of om een besluit met een andere strekking te nemen. Daarna zal de Afdeling bestuursrechtspraak een einduitspraak doen.
Geef een reactie