Mensen kunnen dezelfde geluidsterkte anders beleven. Zo blijkt dat omwonenden hetzelfde aantal decibellen per regionaal vliegveld verschillend ervaren. Dit komt doordat omstandigheden op en rond de luchthavens van invloed zijn op de manier waarop geluid wordt ervaren. Het aantal en het type vliegtuigen zijn onder andere van invloed op de beleefde hinder. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de verwachtingen over de toekomstige hoeveelheid vliegverkeer en de bijbehorende hoeveelheid geluid.
Dit blijkt uit een inventarisatie van gezondheids- en belevingsonderzoeken van het RIVM. Voor deze inventarisatie heeft het RIVM een overzicht gemaakt van belevingsonderzoeken die in de periode 1996-2015 zijn uitgevoerd rond de regionale luchthavens van nationale betekenis.
Hinder door luchtverkeer kan op twee manieren in kaart worden gebracht: met berekeningen of met een belevingsonderzoek. De nationale rekenformule, die in 2002 voor Schiphol is opgesteld, wordt ook gebruikt om toekomstverwachtingen voor regionale luchthavens te berekenen. Deze rekenmethode geeft een algemene weergave van de hindersituatie, maar is minder goed in staat om rekening te houden met lokale actuele omstandigheden.
Belevingsonderzoeken zijn nuttige instrumenten om de ervaren geluidhinder te meten en geven een beeld van de veelheid van factoren die geluidhinder bepalen. Om dat te realiseren zijn eind 2016 vragen over geluidhinder toegevoegd aan de landelijke Gezondheidsmonitor. Dit is een vierjaarlijks onderzoek van de GGD’en dat een beeld geeft van de ervaren gezondheid in Nederland op gemeenteniveau. Op deze manier wordt met een gestandaardiseerde methode in de toekomst inzicht verkregen in de geluidhinder rond regionale luchthavens en de factoren die verschillen tussen regionale luchthavens kunnen verklaren.
Geef een reactie