Het rapport van de Algemene Rekenkamer over het falende inburgeringsbeleid heeft veel losgemaakt. Er gaan veel geluiden op om de regie terug te geven aan gemeenten.
De Rekenkamer stelde vast dat de meeste inburgeraars meer ondersteuning nodig hebben dan in het huidige systeem wordt geboden. Voorheen hadden gemeenten de regierol. Zij kochten de cursussen in bij onder meer roc’s, maar in 2013 ontstond door de Wet Inburgering er een ‘consumentenmarkt’ waar nieuwkomers zelf hun cursus moeten kiezen uit een scala van commerciële aanbieders.
Terug naar oude situatie
Onder meer D66 en GroenLinks pleiten ervoor de wet aan te passen of zelfs terug te gaan naar de situatie van voor 2013. D66-Kamerlid Paul van Meenen vindt dat er een eind moet komen aan de vluchteling als ‘verdienmodel’. Hij wil dat de gemeenten weer een actieve rol gaan spelen bij de inburgering. Cursussen zouden door de overheid moeten worden geregeld. Linda Voortman van GroenLinks vindt dat het kabinet ‘een puinhoop heeft gemaakt van de inburgering’ door marktwerking in te voeren. “Wat mij betreft maken we van de inburgering zo snel mogelijk een publieke taak.”
Niet commerciële bureaus, maar reguliere onderwijsinstellingen en taalbureaus zonder winstoogmerk moeten het inburgeringsonderwijs weer gaan verzorgen, vinden SP, D66 en GroenLinks. De drie partijen spreken van een mislukking en willen af van de ‘louche bureautjes’, zoals SP-Kamerlid Sadet Karabulut ze noemt. De regie moet terug naar de gemeenten. Blijft het stelsel zoals het nu is, dan dreigt volgens Paul van Meenen (D66) een ‘integratieramp’.
G4 wil maatwerk
Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht verenigd in de G4 hebben al eerder hun zorgen geuit over de lagere deelname aan inburgeringscursussen en de lagere slagingspercentages. Door de nieuwe wet hebben zij geen zicht meer op het inburgeringsproces. “Gemeenten kunnen inburgeraars niet stimuleren, aanspreken of ondersteunen. Uit ervaring voor 2013 is gebleken dat dit wel nodig is”, aldus de G4. Ze willen dat de gemeenten de regie terug krijgt over het inburgeringsproces. De grote steden menen dat maatwerk nodig is om de integratie in goede banen te leiden. “De gemeenten willen het talent en de mogelijkheden van nieuwkomers veel beter benutten.”
De steden willen ook de kwaliteit van het aanbod van de taalscholen verbeteren. Het Rijk moet als het aan de G4 ligt de verantwoordelijkheid krijgen voor de kwaliteitscontrole door een landelijke regeling in te stellen. Het is verder van belang dat het leren van de taal en parallel daaraan het volgen van werkervaringstrajecten makkelijker wordt, bepleiten de gemeenten.
Jos Wienen
Om echt werk te maken van de inburgering moeten nieuwkomers veel intensievere begeleiding krijgen. Burgemeester van Haarlem Jos Wienen, tevens voorzitter van de commissie Asiel en Integratie van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), pleit voor een verplicht fulltime programma van twee jaar.
“Dat betekent dat je echt investeert in die mensen, met de bedoeling dat ze daarna ook een baan krijgen”, zei Wienen (CDA) in tv-programma Nieuwsuur. Nu blijven nieuwkomers volgens hem veel te vaak ‘in een uitkering hangen’. Dat is op de lange termijn veel duurder dan twee jaar investeren in een goede opleiding over de Nederlandse taal en samenleving. “Er moet eerst geïnvesteerd worden, daarna gaat het geld opleveren”, aldus Wienen.
ANP
Geef een reactie