Ook werknemers in het openbaar bestuur maken zich steeds minder zorgen over het behoud van hun baan.
Dit blijkt uit nieuwe cijfers afkomstig uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) van het CBS en TNO.
In 2016 maakte gemiddeld 24% van de 15- tot 65-jarigen in loondienst in alle bedrijfstakken zich hier bezorgd over. Werknemers in het openbaar bestuur zaten hier met 23,7% iets onder. De bezorgdheid over baanbehoud bereikte in 2013 met 34% van de werknemers in alle bedrijfstakken het hoogste niveau sinds het begin van de crisis (voor werknemers in het openbaar bestuur was dat toen 30,7%). Sindsdien is het bezorgdheidsniveau jaarlijks steeds verder gedaald. De baanonzekerheid is in alle bedrijfstakken echter nog wel hoger dan vóór de crisis.
Reorganisatie
Zorgen om baanbehoud hangen onder meer samen met grote veranderingen in bedrijven, zoals inkrimpingen en reorganisaties. De laatste jaren hebben minder werknemers hiermee te maken gekregen. Maar ook onder werknemers die nog wél ingrijpende veranderingen meemaakten, daalden de zorgen over hun baan. Van de werknemers die in 2016 te maken hadden met een inkrimping met gedwongen ontslagen, was 44% bezorgd over het behoud van de eigen baan, tegenover 52% in 2013. In dezelfde periode nam het percentage werknemers dat zich bij een grote reorganisatie zorgen maakte af van 45 naar 36.
Gezondheid
Jongeren en werknemers die zich gezond voelen maken zich het minst zorgen over baanbehoud. Van de gezonde werknemers van 15 tot 25 jaar was 14% bezorgd, tegenover 25% van hun leeftijdsgenoten met een minder goede gezondheid. Baanonzekerheid is met 42% het hoogst onder 45- tot 55-jarigen die hun gezondheid als minder goed beoordelen.
Geef een reactie