De bierfiets mag worden geweerd uit het centrum van Amsterdam om de overlast ervan tegen te gaan. Het besluit is op de juiste wijze genomen en voldoende gemotiveerd. Dat oordeelde de rechtbank. Het verbod kan daarmee vandaag van kracht worden.
Eerder werd de bierfiets vanaf 1 januari 2017 verboden in de drukste delen van de stad, vanwege de veroorzaakte overlast. Dit besluit werd geschorst door de voorzieningenrechter, onder andere omdat de stallingslocaties van de exploitanten zich in het gebiedsverbod bevinden. De gemeente heeft toen besloten het gebiedsverbod later in te laten gaan om exploitanten de tijd te geven huurovereenkomsten met stallingslocaties op te zeggen.
Handhaving
Vier bierfietsexploitanten waren tegen het gebiedsverbod, per 1 november 2017, in verzet gekomen. De exploitanten vonden een verbod te drastisch en bovendien onvoldoende door de burgemeester gemotiveerd. Volgens hen waren er andere mogelijkheden om de overlast terug te dringen, zoals strengere handhaving, het instellen van een alcoholverbod of het creëren van een afgebakende route om het centrum uit te rijden. Het verbod, zo stelden de exploitanten bij de rechter, betekent voor hen waarschijnlijk een faillissement.
Openbare orde
De rechtbank oordeelt echter dat wijlen burgemeester Van der Laan alle belangen op de juiste wijze heeft afgewogen en het verbod ook voldoende heeft gemotiveerd. Onder meer doordat de overlast van de fietsen, waaronder geschreeuw, openbare dronkenschap en wildplassen, zich concentreert in een heel druk gedeelte van de stad en daardoor ook de openbare orde raakt. Daarnaast is de bierfiets een traag en log vervoersmiddel dat regelmatig opstoppingen veroorzaakt. Het door de burgemeester geschetste beeld wordt bevestigd door het aantal overlastmeldingen dat bij de gemeente is binnengekomen.
Gerechtvaardigd
De rechtbank is het met de gemeente eens dat de combinatie van verkeershinder, overlastgevend gedrag en het drukke stadscentrum een verbod op groepsfietsen in het centrum rechtvaardigt. Hoewel het begrijpelijk is dat het verbod grote financiële consequenties heeft voor de exploitanten, ziet de rechtbank hierin geen reden om het verbod niet in te kunnen stellen.
Geef een reactie